De meest volledige
informatiegids over Athene, Griekenland
De Europese eenheidsmarkt
Artikel
2 van het Verdrag van Rome stelde het volgende doel voor de Europese
Economische Unie (EEC): “doorheen heel de Unie een harmonieuze
ontwikkeling van economische activiteiten ontwikkelen alsook een
ononderbroken en evenwichtige uitbreiding, een verhoogde stabiliteit,
een versnelde verhoging van de levensstandaard en nauwere relaties
tussen de staten die er deel van uitmaken.”.
Er
waren twee mogelijkheden om dit te bereiken. De eerste was door
de grenzen te openen zodat mensen, goederen en diensten zich vrij
binnen de EEC zouden kunnen bewegen. De andere mogelijkheid was
door de solidariteit tussen de lidstaten te organiseren door het
opzetten van een gemeenschappelijk beleid en financiële instrumenten.
Op
1 januari 1993 werd de eenheidsmarkt een feit maar zelfs toen
was het project nog niet helemaal afgewerkt. Waarom duurde het
40 jaar om zover te komen? Douaneformaliteiten en -tarieven binnen
de EEC werden nochtans al in juli 1968 afgeschaft. Vanwaar dan
de opeenvolgende vertragingen? De oplossing is eenvoudig. Het
is veel gemakkelijker douanetarieven op elkaar af te stemmen dan
belastingen omdat de wetgeving op beroepen verschillen van land
tot land. In het begin van de jaren 80 dreef een combinatie van
verborgen protectionisme en nieuwe technische normen Europa zelfs
verder uit elkaar.
Dit
is niet zo tegenstrijdig is het lijkt te zijn. Sommige lidstaten
werden hard getroffen door de economische crisis als gevolg van
de oliecrisis in 1976 en 1980. Deze landen namen hun toevlucht
in protectionistische maatregelen om hun markten af te schermen
van de groeiende wereldconcurrentie.
In
1985 publiceerde de Commissie, onder Voorzitterschap van Jacques
Delors, een opzienbarend witboek. Het maakte duidelijk dat de
groeiende Europese Gemeenschap het in zich had een eenheidsmarkt
te worden met meer dan 300 miljoen consumenten maar het toonde
ook zeer duidelijk aan dat dit uitzonderlijke potentieel tegengewerkt
werd door heel wat hindernissen: wachtrijen aan de grenzen, technische
obstakels in de handel, markten die gesloten waren voor openbare
aanbestedingen enz. De kosten voor deze inefficiëntie, de
“kosten van een niet-Europa” zoals ze bekend stonden,
bedroegen ongeveer 200miljard Euro.
Het
witboek spoorde de 12 lidstaten tot actie aan. In februari 1986
ondertekende ze het Europese Eenheidsverdrag dat de tijdstabel
inhield om de ongeveer 270 stappen, die nodig waren om tegen 1993
tot een eenheidsmarkt te komen, uit te voeren. Daarna werd snel
vooruitgang geboekt. Werkgeversorganisaties, beroepenverenigingen
en handelsverbonden pasten hun strategieën snel aan de nieuwe
spelregels aan. De resultaten werden al even snel in het dagelijkse
leven gevoeld omdat een grotere keuze aan goederen en diensten
beschikbaar werden en mensen vrij doorheen Europa konden reizen,
zowel voor zaken als voor toerisme.
De
positieve cirkel van groeiende bewegingsvrijheid, concurrentie
en economische groei was onomkeerbaar. Een na een vallen fysische,
fiscale en technische obstakels ook al is er nog geen akkoord
over sommige bijzonder gevoelige onderwerpen als bijvoorbeeld
het op elkaar afstemmen van belastingen op spaargelden.
Als
goederen, diensten, mensen en geld vrij door de eenheidsmarkt
kunnen bewegen, dan moeten er regels zijn die de vrije concurrentie
waarborgen. Deze regels staan omschreven in het EC Verdrag. Voorbeeld:
het Verdrag verbiedt elke zakelijke overeenkomst “die als
eigen doel of effect het voorkomen, beperken of verstoren van
concurrentie binnen de gemeenschappelijke markt heeft.”
(artikel 81). Het verdrag verbiedt ook “elk misbruik door
één of meer ondernemingen of een dominante positie
binnen de gemeenschappelijke markt.” (artikel 82).
De
Europese Commissie speelt een sleutelrol in het verzekeren dat
deze regels nageleefd worden. Het kan boetes opleggen aan elke
bedrijf of EU land dat ze verbreekt. De macht van de Commissie
op dit vlak reikt zelfs zo ver dat ze een overeenkomst die door
twee firma’s buiten de EU gesloten wordt, kan weigeren als
deze de eenheidsmarkt zou beïnvloeden. De Commissie houdt
ook een wakend oog op “staatssteun”, hulp die door
EU regeringen aan bedrijven gegeven wordt.
Stand van zaken
De
verwezenlijkingen zijn, globaal genomen, tot dusver zeer bevredigend
geweest:
De
nationale openbare markten werden geopend dankzij strengere
wetten omtrent transparante procedures en degelijke controles
bij openbare toeleveringen en werkcontracten.
Ongelijkheden tussen nationale belastingssystemen werden gladgestreken
door bepaalde gezamenlijke regels op indirecte belasting,
btw en accijnzen.
De geldmarkten en financiële diensten werden vrij gemaakt.
Er werden stappen ondernomen om nationale wetten op veiligheid
en vervuiling te harmoniseren en, meer algemeen, zijn de EU
landen overeengekomen elkaars overeenkomstige wetten en certificaatsystemen
te erkennen.
Obstakels die het vrije verkeer van personen hinderden, zijn
opgeruimd: paspoortcontroles werden aan de meeste interne
EU grenzen afgeschaft en beroepskwalificaties worden onderling
door de EU landen erkend. Voorbeeld: het is nu gemakkelijker
voor advocaten om hun beroep in gans de Europese Unie uit
te oefenen dankzij de richtlijn die in november 1997 aanvaard
werd.
Bedrijfswetgeving werd in de Eu geharmoniseerd en de lidstaten
hebben hun nationale wetgeving over intellectuele en industriële
eigendomsrechten (merken en patenten) op elkaar afgestemd.
Dit resulteerde in een veel betere situatie voor industriële
samenwerking.
Desondanks
is de bewegingsvrijheid verre van volledig. Er zijn nog steeds
tal van obstakels die mensen hinderen naar een ander EU land te
verhuizen of er bepaalde arbeid te doen. De Commissie ondernam
stappen om arbeidsbeweging te verbeteren en bijvoorbeeld te verzekeren
dat opleidingsdiploma’s en werkkwalificaties die in een
EU land behaald worden door alle andere landen erkend worden.
De
eenheidsmarkt is van start gegaan maar het is zeker nog een “werk
in opbouw” met ruimte voor constante verbeteringen. De komst
van de Euro was goed voor markttransparantie en concurrentie.
Sinds 1 januari 2002 kunnen consumenten, dankzij de Euro, op een
veel grotere markt winkelen waarbij ze de prijzen in een dozijn
Eu landen met elkaar kunnen vergelijken.
Werk in opbouw
Het
grootste deel van de weelde in de Europese Unie kwam er dankzij
de dienstenindustries die vrijgemaakt worden ook al gebeurt dit
in sommige sectoren sneller dan in andere. Het vrijmaken van de
telecommunicatiesector heeft de prijzen sterk doen afnemen. Eind
2001 waren internationale telefoongesprekken gemiddeld 11% goedkoper
dan in 2000 en 45% goedkoper dan in 1998.
Er
worden stappen ondernomen om een eenheidsmarkt te maken voor aardgas
en elektriciteit maar de verkoop van energie is een delicaat onderwerp.
De markt moet verzekeren dat alle consumenten toegang hebben tot
een betrouwbare aanvoer van energie aan aanvaardbare prijzen.
In
november 2000 publiceerde de Commissie een discussiedocument (een
groenboek) met de richtlijnen voor het energiebeleid in de EU
gebruik makend van een aantal energievormen en het verzekeren
van de aanvoer ervan. Als de EU op dit gebied geen actie onderneemt,
zal het binnen 20 tot 30 jaar 70% van zijn energie moeten importeren
in tegenstelling tot 50% nu. De Unie is al voor 45% afhankelijk
van het Middenoosten voor zijn olie-invoer en voor 40% van Rusland
voor de invoer van aardgas.
Bovendien
hangen Eu landen voor energieaanvoer van elkaar af en ze hebben
gezamenlijk toegezegd de uitstoot van gassen te beperken in de
strijd tegen de klimaatverandering. Een van de EU’s doelstellingen
is te komen tot nieuwe en hernieuwbare energiebronnen (inclusief
biobrandstoffen) zodat, tegen 2010, de bijdrage van deze groene
energiebronnen aan de EU’s gezamenlijke energieaanvoer zal
verdubbelen, van 6 naar 12%.
Een
belangrijke manier om energie te sparen in de EU en om het milieu
te verbeteren is door een transportbeleid. Op dit ogenblik gebeurt
ongeveer 50% van alle goederentransport en 80% van alle personenvervoer
over de weg. Dit verbruikt niet alleen veel energie, het zorgt
ook voor verkeersellende en het is schadelijk voor het milieu.
In sommige stedelijke gebieden staat het verkeer soms omzeggens
stil en heeft de luchtvervuiling een alarmniveau bereikt. Om dit
probleem te verhelpen beoogt de Eu zoveel mogelijk vracht van
de wegen te nemen en het te vervoeren per spoor en via de binnenwaterwegen.
De
Eu heeft een transportbeleid nodig dat de grootst mogelijke mobiliteit
verzekert van zowel mensen als goederen doorheen zijn grenzenloze
eenheidsmarkt. Daarom moet het spoorverkeer in Europa vrij gemaakt
en moeten de technische normen, die gebruikt worden in Europa,
op elkaar afgestemd worden zodat concurrerende operatoren toegang
krijgen tot nationale spoorwegnetten.
Ook
het luchttransport moet verbeterd worden. Dagelijks vliegen 25.000
vliegtuigen door Europa’s luchtruim. Deze worden begeleid
door een hele reeks nationale luchtcontrolesystemen (ATC). Dit
leidt tot opstoppingen, vertraagde vluchten en frustraties voor
de passagiers. De Commissie stelt voor de afzonderlijke ATC systemen
samen te smelten tot een Europees luchtruim.
Onder
druk van de Commissie en het Europese Parlement worden de Europese
postdiensten ook toegankelijk gemaakt voor concurrentie. Dit stelt
de zaak van “diensten in het algemeen belang” ter
discussie. Het EU Verdrag erkent het belang van het leveren van
publieke diensten waarin de markt op zich alleen niet in kan voorzien.
Iedereen moet toegang hebben tot basisdiensten als water, elektriciteit,
gezondheidszorg en postdiensten enz. aan aanvaardbare prijzen.
Deze toegang is inderdaad belangrijk voor de economische en sociale
samenhang in Europa dus stellen de EU instellingen wetten op om
er zeker van te zijn dat er geen conflict ontstaat tussen de Verdragsregels
in verband met concurrentie in de eenheidsmarkt en de behoefte
diensten in het algemeen belang te behouden met een hoog niveau
aan voorziening
Werkzaamheden
om de eenheidsmarkt te vervolledigen, focussen zich nu op de dienstensectoren
die, in sommige landen, lang voorbehouden waren aan nationale
dienstverleners. Deze voor de eenheidsmarkt toegankelijk maken
zou nieuwe arbeidsplaatsen moeten doen ontstaan en Europa’s
economie versterken.