De meest volledige informatiegids over Athene, Griekenland
Epidaurus (Epidavros)
Het
heiligdom van Asklepios
In
het achterland van Epidavros, op een site die geniet van een mild
klimaat en van meer dan voldoende water van geneeskundige bronnen,
bouwden de Epidorianen het heiligdom van Asklepios, het prachtigste
genezingscentrum in de wereld.
De
aanbidding van de genzingsgoden in Epidavros, gaat terug tot de
prehistorische tijd. In de Myceense tijd werd de held-dokter Malos
(of Maleatas) aanbeden op de top van de Kynortion berg. Na 1000
VC, werd deze god vervangen door Apollo die ook zijn naam aannam.
Apollo Maleatas werd tot het einde van de oude wereld aanbeden
in zijn heiligdom, zelfs na de oprichting van de Asklepieion.
Zijn verheerlijking ging over in deze van Asklepios met als hoogtepunt
de oprichting van zijn groot heiligdom van genezing in de 6e eeuw
VC.
Het
prestige en de reputatie die door Asklepios werd verworven als
de belangrijkste genezingsgod, leidde tot grote economische welvaart
voor zijn heiligdom. Dit maakte een uitgebreid bouwprogramma mogelijk
in de 4e en 3e eeuw VC om zijn cultus onder te brengen in monumentale
gebouwen.
De
door kolonnen omgeven dorische tempel van Asklepios, gebouwd tussen
380 en 375 VC, was het werk van de architect Theodotos. De fronton
beeldhouwwerken werden gemaakt door Timotheos terwijl het beeld
van Asklepios vervaardigd werd door Thrasymedes van het eiland
Paros.
De
tholos werd in 360-330 VC vlak naast de tempel gebouwd. Dit, door
kolonnen omgeven, ronde gebouw was het centrum van de geheimzinnige
cultus van Asklepios. Zijn bekende beeldhouwwerken worden toegeschreven
aan de architect en beeldhouwer Polykleitos die ook de ontwerper
zou zijn van het theater van Epidavros, een van de meest perfecte
en best bewaarde van al de antieke Griekse theaters.
Ten noorden
van de tempel en de tholos, staat de Abaton of Enkoimeterion,
een gebouw waar de zieken, nadat ze gezuiverd waren en offers
hadden gebracht, moesten gaan slapen zodat de god in een droom
kon verschijnen om hen te genezen of om aan te geven welke behandeling
ze moesten volgen. De ontdekking van een groot aantal medische
instrumenten bij de opgravingen, bevestigen het vermoeden dat
er ook medische ingrepen werden uitgevoerd in het heiligdom.
Er
werden tempels van andere goden (Aphrodite, Artemis en Themis)
gebouwd rond het heiligdom van Asklepios samen met gebouwen die
moesten voorzien in diensten voor het grote aantal pelgrims maar
ook voorzieningen voor de atletiek- en muziekwedstrijden (stadium,
palaestra, gymnasium, baden, odeon en theater).
Na
drie eeuwen van welvaart werd het Asklepieion getroffen door een
reeks grote tegenslagen. De Romeinse generaal Sulla plunderde
de schatten van het heiligdom in 86 VC en een paar jaar later
werd het verwoest door piraten van Kilikia. In de 2e eeuw AD genoot
het heiligdom van een tweede periode van welvaart waarbij nieuwe
gebouwen werden opgetrokken en oude hersteld. In 395 AD werd het
heiligdom geplunderd door de Goten van Alaric en uiteindelijk
eindigden alle activiteiten er toen de oude godsdiensten door
keizer Theodosium II in 426 AD werden verboden.
Het
verval was volledig na twee grote aardbevingen in 522 en 551 AD
en het bleef stil in het heiligdom tot de opgravingen (1879 –
1928) die door de Archeologische Dienst werden uitgevoerd en waarbij
de resten van alle monumenten weer zichtbaar werden.
Het
museum werd gebouwd tussen 1905 en 1909 door P. Kawadias die de
site uitgroef om er de belangrijkste vondsten onder te brengen.
De kolonen aan de ingang zijn van de Abaton en deze binnen, komen
van de tholos.
In
de eerste zaal bevinden zich de sanotiones (inscripties met verhalen
van de mirakels en de genezingen van Asklepios) en een opschrift
dat de hymne aan Apollo en Asklepios, gemaakt door Isyllos de
epische dichter van Epidavros (280 VC), weergeeft. Er zijn
ook inscripties die de aanbestedingen voor en de boekhouding van
de bouwwerken in het heiligdom weergeven. Een kleine uitstalkast
toont de medische instrumenten en kleine vondsten van de heiligdommen
van Apollo en van Asklepios.
De
tweede zaal bevat hoofdzakelijk votief beeldhouwwerken uit de
latere jaren van de cultus alsook afgietsels van werken die nu
te zien zijn in het Nationaal Archeologisch Museum in Athene.
Achteraan zie je reconstructies van de colonnade van de propylon
(ingang).
De
derde ruimte toont reconstructies van delen van de tempel van
Asklpios en Hygeia, afgietsels van de gebeeldhouwde versiering
van de frontonbeelden van de tempel van Asklepios, alsook een
tentoonstelling van tekeningen en foto’s om het bezoekers
gemakkelijk te maken de vorm van de tholos te begrijpen.
Het
theater van Asklepieion in Epidaurus is een uitstekend voorbeeld
van de verwezenlijkingen en de ervaring van de Grieken op het
vlak van theaterbouw. Dit theater werd door Pausanias in de oudheid
al geprezen voor zijn symmetrie en zijn schoonheid.
Het
theater heeft de typische Hellenistische structuur met drie basisdelen:
de cavea (zones met zitbanken voor het publiek), het podium en
het toneelgebouw. De straal van de cavea is 58 meter terwijl het
podium 20 meter in diameter is. De laagste van de twee diazomata
(delen) wordt door 13 trappen in 12 cunei (met 34 rijen zitbanken)
onderverdeeld en de hoogste door 23 trappen in 22 cunei (met 21
rijen zitbanken).
Het
toneelgebouw omvatte een centrale kamer met vier pilaren langs
de centrale as en een vierkante kamer aan elk zijde. De proskenium
had een voorgevel met 14 halve kolonnen tegen pilaren. Twee hellingen
aan elke zijde leidden naar het podium. Aan de twee ingangen stonden
monumentale dubbele poorten.
Gedurende
eeuwen bleef het monument verborgen, afgedekt door dikke lagen
aarde. Systematische opgravingen gingen in 1881 van start onder
de leiding van P. Kavvadias. Bij de opgravingen bleek dat de cavea
zeer goed behouden gebleven was afgezien van de verdiepingen aan
de zijkanten en aan de steunmuren. Van het podium bleef van het
podium bleef echter enkel een ruïne over.
In
het begin van de 20e eeuw werden de poort aan de westelijke ingang
en de aangrenzende steunmuur gerestaureerd. Tussen 1954 en 1963
werden werken op grote schaal uitgevoerd om de verwoeste delen
te reconstrueren en het monument deels te restaureren.
Het
theater van de oude stad, gelegen op een heuvelhelling genaamd
Nesj in Paleia (oud) Epidaurus, bleef goed bewaard in de vorm
die het kreeg gedurende de laatste jaren dat het in de oudheid
gebruikt werd. Afgezien van een paar zitrijen, is de cavea gemaakt
van kalksteen met poros trappen.
Tot
nog toe werden 18 zitrijen, die oorspronkelijk plaats gaven aan
2.000 toeschouwers, opgegraven. Alle zitbanken en tronen van het
theater dragen inscripties met de namen van de schenkers. Deze
inscripties tonen ook een duidelijk verband aan tussen het monument
en de verering van Dionysos.
Uit
de inscripties kon verder afgeleid worden dat het monument in
delen werd gebouwd waarbij het eerste deel gebouwd werd in het
midden van de 4de eeuw VC en er verder gebouwd werd tot in de
Hellenistische tijd. Er wordt vermoed dat op dezelfde plaats eerst
een ander, eenvoudiger, theater stond.
Tijdens
de Romeinse tijd werd het orkestgedeelte omgevormd tot een halve
cirkel en werd een podium gebouwd dat dichter tegen de cavea lag.
Het lagere deel hiervan bleef tot op heden bewaard. Zitbanken
van de cavea werden gebruikt in de bouw van de stadsmuren die
zich op de top van de tweede heuvelhelling bevinden.