GESCHIEDENIS
VAN ATHENE
De
Deliaanse Liga
De
confederatie van Griekse stadstaten, onder het leiderschap van
Athene, werd de Deliaanse Liga genoemd. De naam wordt gebruikt
om twee bepaalde alliantieperiodes aan te duiden, de eerste van
478 tot 404 VC, de tweede van 378 tot 338 VC. Het eerste bondgenootschap
werd gesloten tussen Athene en een aantal, hoofdzakelijk maritieme,
Ionische staten met het oog op het verder zetten van de oorlog
tegen Perzië. Alle leden kregen gelijk stemrecht in een raad
die opgericht werd in de Tempel van Apollo in Delos, een politiek
neutraal eiland, waar eveneens de schatkist van de Liga bewaard
werd.
De
bijdragen die op de leden werden geheven, werden in eerste instantie
opgemaakt door Athene waarbij de billijkheid met welke deze werden
verdeeld, heel wat bijdroegen tot het behoud van de eerste geestdrift.
De staten droegen geld, troepen en schepen bij. Nadat Perzië
een beslissende nederlaag leed in Eurymedon (468 VC), stonden
heel wat leden achter de opheffing van de Liga. Athene, dat veel
voordeel gekregen had uit de Liga, argumenteerde echter dat het
gevaar komende van Perzië, nog niet voorbij was.
De
eerste actie van de Deliaanse Liga, onder het bevel van generaal
Cimon, was de verovering van Eion, een Perzische versterkte vesting
die een rivier bewaakte op weg naar Azië. Na deze overwinning
trad de Liga op tegen verschillende pirateneilanden in de Egeïsche
Zee en dan vooral tegen Scyros waar ze de Dolopische bewoners
tot slaven maakten en Athene er een kolonie vestigde gekend als
een cleruchy. Een paar jaar later vielen ze Varia en Lycia aan
waarbij ze zowel het Perzische leger als de zeemacht versloegen
in de Slag van de Euymdeon.
Deze
acties waren ongetwijfeld zeer populair bij de leden van de Liga.
De Liga en in het bijzonder de Atheners echter, waren bereid steden
te verplichten aan de Liga deel te nemen of in de Liga te blijven.
Carystus, een stad aan de zuidelijke tip van Euboea, werd door
de militaire acties van de Atheners verplicht lid te worden van
de Liga. De verklaring hiervoor was dat Carystus van de voordelen
van de Liga genoot (bescherming tegen piraten en de Perzen) zonder
enige verantwoordelijkheid op te nemen. Bovendien was Carystus
een traditionele basis voor Perzische bezettingen. De Atheense
politici moesten verantwoording over deze acties afleggen aan
de Atheense kiezers om stemmen te krijgen. Naxox, een lid van
de Deliaanse
Liga, probeerde zich ervan af te scheiden met als gevolg dat haar
bewoners slaven werden. Er wordt aangenomen dat Naxos ook haar
verdedigingsmuren moest afbreken, haar vloot afgeven evenals haar
stem in de Liga.
Kort
daarop probeerde Thasos hetzelfde en het was evenzeer onderdrukt
door de Atheense generaal Cimon. De Atheners waren zo succesvol
in hun doelstellingen, waarbij zowel druk als overtuiging gebruikt
werd, dat de Liga uitgroeide tot 140 leden. Een inval door Sparta
en zijn volgelingen, de vijanden van de Liga, werd in 457 VC afgewend
en Thebes, de traditionele vijand van Athene, werd onderworpen.
Omwille van het bestaande of voorgewende gevaar van een Perzische
aanval, werd in 457 VC de schatkist van Delos overgebracht naar
de Atheense Akropolis.
De
Griekse historicus Plutarch, geeft aan dat veel rivalen van Pericles
het naar Athene overbrengen van de schatkist zagen als het opvorderen
van geld om uitgebreide bouwprojecten te financieren. Athene schakelde
ook over van het aanvaarden van schepen, mannen en wapens, op
het aanvaarden van enkel geld. De nieuwe schatkist die in Athene
gevestigd was, werd voor veel doeleinden gebruikt en niet alleen
voor de verdediging van Liga leden. Van het Liga lidgeld bouwde
Athene onder andere het Parthenon op de Akropolis. Het is gedurende
deze tijd dat, volgens sommigen, het Atheense rijk ontstond omdat
de definitie van een rijk, een groep van steden is die belastingen
betalen aan een centrale, dominante stad met behoud van de lokale
regering.
In
461 VC werd Generaal Cimon verbannen. Hij werd vervangen door
democraten als Ephialtes en Pericles. Dit was een drastische verandering
in het buitenlandse beleid dat Athene voerde waarbij de alliantie
met de Spartanen verwaarloosd werd en, in de plaats daarvan, bondgenootschappen
gesloten werden met haar vijanden, Argos en Thessaly. Megare deserteerde
uit de Peloponnesische Liga en sloot zich bij Athene aan wat de
bouw toeliet van een dubbele rij verdedigingsmuren langsheen de
landengte van Corinthië om zo Athene bijkomend te beschermen.
Op ongeveer hetzelfde ogenblik en als gevolg van de aanmoediging
van de invloedrijke redenaar Themistocles, bouwden ze ook de Lange
Muren die hun stad met de haven van Piraeus verbond om aldus dit
stuk onkwetsbaar te maken voor landaanvallen.
De
oorlog met de Perzen ging echter verder. In 460 VC, kwam Egypte
in opstand onder Inarus en Amyrtaeus die hulp vroegen aan Athene.
Pericles snelde ter hulp met 200 schepen, die normaal Cyprus hadden
moeten aanvallen, omdat dit Perzië pijn zou doen. De reputatie
van Perzië was al aangetast toen ze de Grieken niet konden
verslaan. Pericles wilde dit verder zetten. Na vier jaar strijd
echter werd de opstand verslagen door generaal Megabyzus die het
grootste deel van de Atheense strijdkrachten gevangen nam. De
rest ontsnapte naar Cyrene en ging dan naar huis.
Dit
was voor Athene de voornaamste (publieke) reden om de schatkist
van de Liga van Delos naar Athene over te brengen waarbij ze meteen
hun controle over de Liga veilig stelden. De Perzen volgden hun
overwinning op door een vloot te sturen om hun voormalige controle
over Cyprus te herstellen. 200 schepen werden, onder Cimon die
in 451 VC uit ballingschap terugkeerde, uitgezonden. Hij stierf
tijdens de blokkade van Citium, terwijl de vloot een dubbele overwinning
behaalde (land en zee) op de Perzen nabij Salamis.
Dit
was de laatste belangrijke veldslag tegen de Perzen. Veel schrijvers
uit die tijd melden dat een formeel vredesverdrag, gekend als
de Vrede van Callias, in 450 VC opgesteld werd maar sommige schrijvers
geloven dat het verdrag een mythe was gemaakt om de voornaamheid
van Athene op te schroeven. Een overeenkomst werd desondanks bereikt
waarna de Atheners zich ten volle konden concentreren op gebeurtenissen
binnen Griekenland.
De
vrede met Perzië werd echtere gevolgd door verdere wendingen.
De Slag bij Cheronia, tussen de Atheners en de Boeotianen in 447
VC, leidde tot de afstand van Boeotia. Euboea en Megare kwamen
in opstand en, terwijl de eerste hersteld werd tot haar status
van betalend bondgenoot ging de laatste verloren. De Deliaanse
en Peloponnesische Liga’s ondertekenden een vredesverdrag
dat voorzat in 30 jaar vrede. Het hield echter slechts stand tot
431 VC toen de Peloponnesische Oorlog uitbrak.
Zij
die gedurende de oorlog onsuccesvol in opstand kwamen zagen het
voorbeeld dat van de Mytienianen, de voornaamste bevolkingsgroep
op het eiland Lesbos, gemaakt werd. Na een onsuccesvolle opstand
bevalen de Atheners de dood van de volledige mannelijke bevolking
maar na beraad herriepen ze deze opdracht en doden ze enkel de
1.000 leiders van de opstand. De landerijen van het ganse eiland
werden verdeeld onder de Atheense aandeelhouders die naar Lesbos
gestuurd werden om er te wonen.
Deze
aanpak werd niet enkel voorbehouden voor de opstandelingen. Thucydides
documenteerde het voorbeeld van Melos, een klein, neutraal eiland
dat oorspronkelijk door de Spartanen gesticht was. De Melianen
kregen de keuze zich bij de Atheners aan te sluiten of veroverd
te worden. Ze besloten zich te verzetten waarop hun stad belaagd
en veroverd werd. De mannen werden gedood en de vrouwen als slaven
verkocht.
De
Deliaanse Liga werd nooit formeel omgevormd in het Atheense Rijk.
Aan het begin van de Peloponnesische Oorlog bleven enkel Lesbos
en Chios over om schepen te leveren en deze staten waren intussen
veel te zwak geworden om zonder hulp stand te houden. Lesbos kwam
eerst in opstand en faalde volledig. Chios, de grootste en machtigste
van de oorspronkelijke leden van de Deliaanse Liga, was de laatste
om in opstand te komen. In de naweeën van de Syracusische
Expeditie, genoten ze van een succes van meerdere jaren waarbij
ze geheel Ionia inspireerden om ook in opstand te komen. Athene
was echter nog steeds in staat om uiteindelijk deze opstanden
te onderdrukken.
Het
Atheens Rijk was zeer stabiel. 27 jaar oorlog geholpen door de
Perzen en interne twisten, waren nodig op het ten ondergang te
brengen. Dit duurde echter niet lang. Het Tweede Atheense Rijk,
een maritieme zelfverdedigingliga, werd in 337 VC opgericht geleid
door Athene, maar de Atheners zouden nooit helemaal hun voormalige
macht terugwinnen en haar vijanden waren nu veel sterker en gevarieerder.
Tijdens
het bewind van Pericles (443-429 VC), bereikte Athene het hoogtepunt
van zijn culturele en vorstelijke verwezenlijkingen. Socrates
en de dramaturgen Aeschylus, Sophocles en Euripides waren zeer
bedrijvig. Het onvergelijkbare Parthenon werd gebouwd en beeldhouw-
en schilderkunst bloeiden. Athene werd een centrum van intellectueel
leven. De rivaliteit met Sparta was echter nog niet voorbij en
in 431 VC begon de Peloponnesische Oorlog tussen Athene en Sparta.
|