GESCHIEDENIS
VAN ATHENE
De
Balkanoorlogen
1912-1914
De twee Balkanoorlogen
tussen 1912 en 1914 waren een confrontatie tussen de Balkan staten
(Bulgarije, Montenegro, Griekenland en Servië) onderling
alsook tussen deze staten en het Osmaanse Rijk met als doel de
aanhechting van Osmaans grondgebied. De vier Balkan staten wilden
bijkomend gebied in het grote, door de Osmanen overheerste gebied
gekend als Romylia, dat bestond uit Oost-Romylia, Albanië,
Macedonië en Tracië. Gedurende deze oorlogen veroverden
ze eerst Macedonië, Albanië en het grootste deel van
Tracië om dan elkaar te bevechten over de verdeling van deze
gebieden.
Eerste Balkanoorlog
Montenegro
begon de Eerste Balkanoorlog op 8 oktober 1912 met een oorlogsverklaring
aan de Osmanen. De Grieken namen Thessaloniki in gevolgd door
de verovering van Albanië, Epirus, Macedonië en Tracië
door de geallieerden (de vier Balkan staten). Als gevolg hiervan
werden de Osmanen in de verdediging van Constantinopel gedrukt.
Bulgarije, dat ook Servië en Montenegro vertegenwoordigde,
tekende op 3 december 1912 een wapenstilstand met Turkije. Met
het oog op de verovering van Ioannina en terwijl het deelnam aan
de vredesconferentie van London, ging Griekenland alleen met de
oorlog verder. Het Verdrag van Londen bracht een einde aan de
Eerste Balkanoorlog. Meningsverschillen over het territorium bleven
echter onopgelost waarop de Tweede Balkanoorlog uitbrak.
De
overwinnaars van de Eerste Balkanoorlog geraakten verwikkeld in
een onderlinge oorlog over de gebieden die het Osmaanse Turkije
verloor. Bulgarije vond haar beloning voor de oorlog, vooral in
Macedonië, te beperkt. Griekenland en Servië sloten
daarop een militair bondgenootschap gericht op het voorkomen van
een Bulgaarse uitbreiding. Bulgarije verschilde ook van mening
met Roemenië over de aanspraak van deze laatste op het Fort
van Silistria aan de Donau als beloning voor hun neutraliteit
in de Eerste Balkanoorlog. Op 16 juni 1912 beval Koning Ferdinand
van Bulgarije zijn troepen Servische en Griekse stellingen aan
te vallen. Dit was het begin van de Tweede Balkanoorlog.
Veldslagen
van de Eerst Balkan Oorlog
|
Naam |
Land/Zee |
Aanvallers |
Generaal |
Verdedigers |
Generaal |
Datum |
Slag
bij Sarantaporo |
Land |
Grieken |
Kroonprins
Konstantijn |
Osmanen |
|
9
oktober 1912 |
Slag
bij Giannitsa |
Land |
Grieken |
Kroonprins
Konstantijn |
Osmanen |
Hasan
Tahsin Pasha |
19
oktober 1912 |
Slag
bij Kumanovo |
Land |
Serviërs |
Generaal
Radomir Putnik |
Osmanen |
Zekki-Pasha |
23
oktober 1912 |
Slag
bij Kirk Kelesse |
Land |
Bulgaren |
|
Osmanen |
|
24
oktober 1912 |
Slag
bij Pente Pigadia |
Land |
Grieken |
Luitenant-Generaal
K. Sapountzakis |
Osmanen |
Esat
Pasha |
24-30
oktober 1912 |
Slag
bij Lule-Burgas |
Land |
Bulgaren |
|
Osmanen |
|
28-31
oktober 1912 |
Slag
bij Vevi |
Land |
Grieken |
|
Osmanen |
|
2
november 1912 |
Slag
bij Prilep |
Land |
Serviërs |
|
Osmanen |
|
3
november 1912 |
Slag
bij Bitola |
Land |
Serviërs |
Gen.
Petar Bojovic |
Osmanen |
Zekki-Pasha |
16-19
november 1912 |
Belegering
van Adrianople |
Land |
Bulgaren
& Serviërs |
Gen.
Vladimir Vazov, Gen. Stepa Stepanovic |
Osmanen |
Gen
Ghazi Shulkri Pasha |
17
november-3 december 1912 |
Zeeslag
bij Elli |
Zee |
Grieken |
Admiraal
Pavlos Kountouriotis |
Osmanen |
Adm
Ramiz Bey |
3
december 1912 |
Zeeslag
bij Lemnos |
Zee |
Grieken |
Admiraal
Pavlos Kountouriotis |
Osmanen |
|
5-18
januari 1913 |
Slag
bij Bizani |
Land |
Grieken |
Kroonprins
Konstantijn |
Osmanen |
Esat
Pasha |
20-21
februari 1913 |
De Tweede Balkanoorlog
De
belangrijkste aanval van de Bulgaren was gericht tegen de Serviërs
en hun 1ste, 2de, 3de, 4de en 4de leger terwijl het 2de leger
de Griekse stellingen in Gevgeli en Salonika aanviel. Aan het
Griekse front waren de Bulgaren in de minderheid en omwille van
de beperkte gevechten lanceerden de Grieken op 19 juni een aanval
langs de hele frontlijn. De Bulgaarse troepen trokken zich onmiddellijk
terug uit hun posities ten noorden van Salonika (met uitzondering
van het geïsoleerde Salonikagarnizoen dat onder de voet gelopen
werd) naar verdedigingsstellingen in Kilkis. Het opzet snel het
Servische leger in Macedonië door geconcentreerde aantallen
te verslaan, mislukte en de Bulgaren werden gestopt.
In
de Slag bij Kilkis was het Griekse leger, dat aangevoerd werd
door, nu Koning, Constantijn, drie tegen een in de meerderheid
tegenover de Bulgaren. De Bulgaren verloren 7.000 man in Kilkis,
6.000 soldaten werden gevangen genomen en er werd beslag gelegd
op 130 geweren. Ook de Grieken leden zware verliezen met 8.700
doden aan hun zijde. Het was een beslissende slag aan dit front
en het grootste Griekse succes in beide oorlogen.
Op
29 juli lanceerde het Bulgaarse leger aanvallen op beide flanken
van de sterke verdedigingsposities in Kresna Gorge waarbij de
Grieken teruggedreven werden langs de vallei van de Struma en
de Mesta Rivier. Met uitroeiing bedreigd, vroeg Constantijn zijn
regering een wapenstilstand voor te stellen. Op tien dagen hadden
de Grieken ongeveer 10.000 soldaten verloren. De Bulgaarse regering
wilde eveneens vrede en Constantijn en zijn troepen werden gered
van de totale vernietiging.
Op
18 juli werd een algemene wapenstilstand afgekondigd en werd het
veroverde grondgebied vastgelegd in het Verdrag van Bucharest
en Constantinopel. Bulgarije verloor het grootste deel van de
gebieden die het in de Eerste Balkanoorlog gewonnen had inclusief
Dobrudja, het grootste deel
van Macedonië, Tracië en zijn Egeïsche kustlijn
met uitzondering van de haven van Dedeagach. Servië werd
de overheersende mogendheid in de Balkan en Griekenland kreeg
Salonika en omgeving samen met de West-Trachische kust. Dit was
slechts een tijdelijke regeling. Tien maanden later zouden de
wapens weer spreken bij het begin van de Eerste Wereldoorlog.
Veldslagen
van de Tweede Balkan Oorlog |
Naam |
Land/Zee |
Aanvallers |
Generaal |
Verdedigers |
Generaal |
Datum |
Slag
bij Kilkis-Lahanas |
Land |
Bulgaren |
Generaal
Ivanov |
Grieken |
Koning
Konstantijn |
19-21
january 1913 |
Slag
bij Bregalnica |
Land |
Bulgaren |
Generaal
Ivanov |
Serviërs |
|
30
juni-9 juli 1913 |
Slag
bij Kalimantsi |
Land |
Bulgaren |
|
Serviërs |
|
15-18
juli 1913 |
Slag
bij Kresna Gorge |
Land |
Bulgaren |
|
Grieken |
Koning
Konstantijn |
29
juli-9 augustis 1913 |
Volksuitwisselingen
of uitdrijvingen tussen 1912 en 1915 |
|
Osmanen |
Grieken |
Bulgaren |
Grieks
Macedonie |
100.000 |
|
50.000 |
Grieks
en Servisch Macedonië |
|
|
100.000 |
Thrace |
|
150.000-160.000 |
|
Oostelijk
Thrace |
|
|
51.000 |
Westelijk
Thrace |
40.000-50.000 |
|
|
Bulgaars-Osmaanse
Rijksgrens |
47.000 |
|
49.000 |
Totaal |
190.000-200.000 |
150.000-160.000 |
250.000 |
|