GESCHIEDENIS
VAN ATHENE
Tussenoorlogse
tijd
De tweede Helleense Republiek
Op 16 december 1923 werden opnieuw verkiezingen gehouden die de
liberalen met een overweldigende meerderheid wonnen. De royalisten
namen geen deel aan de verkiezingen. Drie dagen later verliet
Koning George het land en werd Pavlos Kountouriotis tot Regent
benoemd. Op sterk aandringen van zijn aanhang, kwam Venizelos
terug naar Griekenland om zijn verkiezingssucces te consolideren.
De
heftige botsingen tussen Venizelos en Papanastasiou (nu leider
van de antiroyalisten en leider van de partij “Unie van
de Republiek”) tijdens de vierde grondwettelijke vergadering,
gaf aanleiding tot het overstappen van politici van de regeringspartij.
Na het ontslag van Venizelos en de daaropvolgende splitsing van
diens partij nam Papanastasiou de macht over. Hij begon het proces
tot afschaffing van het koningshuis.
Op
25 maart 1924, riep de Nationale Vergadering Griekenland uit tot
een republiek. Even later, op 13 april, keurde een volksraadpleging
de grondwettelijke wijziging met grote meerderheid (69%) af. Panayis
Tsaldaris, de voorzitter van de Volkspartij, weigerde deze uitslag
waarop het anti-Venizelos blok, met uitzondering van Ioannis Metaxas,
de wijziging van de grondwet niet erkende.
De
politieke situatie was in die tijd in heel Europa onrustig. Athene,
en het ganse land, was verdeeld door het conflict tussen de aanhangers
en de tegenstanders van Venizelos, de voorzitter van de Liberale
Partij. Hij bracht de ontwikkeling en de modernisering van het
land aan de gang. De tegenstanders van Venizelos waren meestal
voorstander van de koning die tussen 1924 en 1935 afgezet was.
Hoewel de meerderheid van de geboren Atheners tegen Venizelos
waren, stonden de meeste migranten achter hem omdat zijn regering
hulpmaatregelen voor hen genomen had.
De eerste Republikeinse Regering
Vanaf
de eerste dag dat ze in voege trad kon de republikeinse grondwet
zich niet waar maken. Een groeiend aantal gevallen van willekeurigheid
en politieke nonchalance droegen bij tot de val van de eerste
republikeinse regering van Alexandros Papanastasiou in 1924. Themistoklis
Sophoulis werd, na veel politieke touwtrekkerij, benoemd tot Eerste
Minister maar de onlusten in de zeemacht in de zomer van dat jaar
deden ook zijn regering vallen.
Het
staatsbeleid werd daarop toegewezen aan Andreas Michalakopoulos
(7 oktober 1924), die een nieuwe militaire staatsgreep kon stoppen
maar die de escalatie van gewelddadige en bloedige demonstraties
van arbeiders niet kon vermijden. De republikeinen wezen het oprichten
af van “fascistische” maatschappijen door Georgios
Kondylis, Minister van Binnenlandse Zaken en een machtige man
in het regime. Zijn ontslag maakte de weg vrij voor een nieuwe
staatsgreep, nu door Generaal Theodoros Pangalos.
|