GESCHIEDENIS VAN ATHENE
De
Tweede Wereldoorlog
1940 - 1944
Grieks-Italiaanse
Oorlog
In
het begin van 1939 bezetten Italiaanse troepen Albanië, dat
al lang onder invloed van Italië stond, waardoor ze een Grens
met Griekenland kregen. De Grieken begonnen snel met de voorbereidingen
voor een eventuele Italiaanse aanval. Terwijl de oorlog zich over
Europa uitbreidde, probeerde Metaxas Griekenland uit het conflict
te houden. Aangemoedigd door de Anglofiel Koning George II die
belangrijke steun aan het regime gaf en naarmate het conflict
groeide, voelde Metaxas zich steeds meer aangetrokken tot Groot-Brittannië.
Dit was ironisch voor Metaxas omdat hij altijd al een grote liefhebber
van Duitsland was en sterke banden met het Duitsland van Hitler
had.
In
het midden van 1940 werd in Italië een propagandacampagne
tegen Griekenland opgezet. De herhaalde provocaties, als het schenden
van het Griekse luchtruim, bereikte een hoogtepunt toen op 15
augustus 1940 (een nationale religieuze feestdag in Griekenland)
het Griekse kruisschip Elli door een Italiaanse onderzeeër
tot zinken gebracht werd in de haven van Tinos. Ondanks harde
bewijzen dat Italië hiervoor verantwoordelijk was, kondigde
de Griekse regering aan dat de aanval uitgevoerd was door een
duikboot van “onbekende nationaliteit”. De neutraliteit
bleef hierdoor bewaard maar de Grieken waren zich welbewust over
de identiteit van de schuldige.
Het
ultimatum afgegeven door Grachi, de Italiaanse Ambassadeur in
Griekenland, op de ochtend (04:00) van 28 oktober 1940, werd door
Metaxas met een eenvoudig “Oxi!” (Grieks voor “Nee!”)
afgewezen. Amper een paar uur later viel Italië Griekenland
aan vanuit Albanië. Kort daarop sprak Metaxas de Griekse
bevolking als volgt toe: “De tijd is gekomen dat Griekenland
voor haar onafhankelijkheid moet vechten. Grieken, nu moeten we
onszelf bewijzen dat we onze voorvaders en de vrijheid die zij
ons gegeven hebben, waardig zijn. Grieken, vecht nu voor je vaderland,
voor je echtgenotes, voor je kinderen en voor de heilige tradities.
Nu, voor alles, vecht!”. Honderdduizenden vrijwilligers,
mannen zowel als vrouwen, in gans Griekenland, trokken daarop
naar de inschrijvingskantoren van het leger om deel te nemen aan
de oorlog.
Ondanks
een slechte voorbereiding voor een offensief in bergachtig Griekenland,
boekten de Italianen aanvankelijk toch successen. Nog voor het
begin van de winter werden de oprukkende Italianen echter gestopt
en in de verdediging gedrongen. Op 14 november lanceerden de Grieken
een tegenaanval die de Italianen terug in Albanië dreef.
Deze tegenaanval verliep eerst voorspoedig maar kwam daarna tot
stilstand met een patstelling aan het front omwille van Italiaanse
versterkingen en van uitputting, gebrek aan transportvoertuigen
en ontoereikende bevoorrading aan Griekse zijde.
Na
het mislukken van een tweede Italiaans offensief in maart van
1941, werd het relatief stil aan het front. Italië bleef
echter een bedreiging die de Grieken ertoe verplichtte het grootste
deel van hun strijdkrachten in Albanië te stationeren. Hierdoor
bleef slecht een klein deel over om de grens met Bulgarije te
verdedigen. Toen de Duitsers Bulgarije binnen trokken om een invasie
voor te bereiden, vroeg Griekenland formeel om een Britse tussenkomst.
De Slag om Griekenland
Op
6 april 1941 viel het Duitse leger Joegoslavië en het noorden
van Griekenland binnen. Omwille van
een zwakke communicatie tussen hun respectievelijke leiding, konden
de Britse en Griekse strijdkrachten in het gebied geen samenhangend
front vormen. Als gevolg168 hiervan werden uiteindelijk twee afzonderlijke
weerstandlijnen gevormd, een langs de Metaxas Lijn en een langs
de Kleidi-lijn die in zuidoostelijke richting liep van de stad
Edessa tot de delta van de Vardar Rivier. Beide lijnen waren onderbemand.
De
eerste aanvallen langs de Metaxas lijn door Duitse bergtroepen
hadden weinig succes. De Griekse Oost-Macedonië Groep gebruikte
het terrein ten volle in hun voordeel en vocht koppig doch, omwille
van hun klein aantal en beperkte munitie, waren tegen 7 april
verschillende bruggenhoofden door de Duitsers onder de voet gelopen.
Ondanks
het feit dat de verdedigers in de meeste overblijvende versterkte
plaatsen en forten vast besloten waren verder te vechten, werd
de lijn snel omtrokken door Duitse pantsertroepen die vanuit het
zuiden van Joegoslavië en langs de Vardar Vallei aanvielen
waarbij ze slecht sporadische weerstand ondervonden van de, in
der haast gevormde, Griekse strijdkrachten. Op 9 april bereikten
delen van de 2de pantserdivisie Thessaloniki en de overgebleven
Griekse soldaten van de TSAM moesten zich met tegenzin overgeven;
De
Britse strijdkrachten en deze van het Gemenebest (gekend als de
W Force), onder het commando van Generaal Henry Maitland Wilson,
waren nog maar net begonnen hun verdedigingslijn op te bouwen
toen het nieuws van een Duitse invasie hen bereikte. Dit maakte
het terugtrekken eerst tot de Aliakmon Rivier noodzakelijk en
dan tot de nauwe Thermopylae Pas waar de Duitser op 23 april opnieuw
doorbraken. Vier dagen later stonden de Duitsers voor de Griekse
hoofdstad.
De
terugtrekking van de W Force liet de rechter flank van de Griekse
strijdkrachten, die tegen de Italianen in Albanië vochten,
onbeschermd. Met grote tegenzin moesten de Grieken terrein prijsgeven
aan de Italianen waarop ze weigerden opnieuw strijdkrachten in
te zetten om de nieuwe bedreiging te beantwoorden. In plaats daarvan
gaf de Commandant van de Griekse strijdkrachten in Albanië,
Generaal Georgios Tsolakoglou, zich op 15 april over aan de oprukkende
Duitsers. Uit erkentelijkheid voor de Griekse heldhaftigheid mochten
de Griekse soldaten terug naar huis gaan in plaats opgesloten
te worden in een gevangeniskamp. De officieren mochten hun heupwapen
blijven dragen.
Nadat
enkele korte acties in Peloponnesië, moesten de Griekse,
Britse en Gemenebest strijdkrachten geëvacueerd worden naar
Kreta en Egypte. De evacuatie van bijna 40.000 soldaten was op
28 april klaar maar ze werden zwaar aangevallen door de Duitse
luchtmacht die erin slaagde minstens 26 troepentransportschepen
tot zinken te brengen.
Bezetting
Op
23 april 1941verlieten de koning en de regering Athene en vluchtten
naar Kreta terwijl de Duitsers de stad naderden. In de korte tijd
tussen het vertrek van de regering en de inname van de stad door
de Duitse strijdkrachten, was er chaos in de staten van Athene.
Veel Atheners vertrokken naar Kreta, het Middenoosten, Peloponnesië
en de eilanden. De voordurende bombardementen van straten en havens
door vijandelijke vliegtuigen, zorgde voor wanorde en schrik.
Op
27 april kwamen de Duitsers toe in een bijna leeg Athene omdat
de Atheners koppig in hun woningen bleven. Met het hijsen van
de Nazi swastika op de Akropolis, was de Duitse bezetting van
de stad een feit. Er werd een regering gevormd van wat de Grieken
landverraders noemden met Georgios Tsolagoklou, de generaal die
de overgave ondertekend had, als Eerste Minister.
Met
de val van Kreta op het einde van mei was de bezetting van gans
het land door de Duitsers compleet. Griekenland had een tripartiete
bezetting omdat het opgedeeld was tussen de Duitsers en hun bondgenoten
(de Italianen en de Bulgaren). Deze laatste hadden een gebied
tussen Strymon en de Nestors Rivier. Later werd het uitgebreid
tot Alexandroupolis en het Thassos en Samothrace eiland. De Duitsers
hadden 2/3 van Evros, centraal en oost Macedonië, enkele
Egeïsche eilanden, Attica en Kreta. De rest van Griekenland
was in Italiaanse handen.
In
de door Bulgaren bezette zone waren de omstandigheden slecht omwille
van de vervolging van de Griekse inwoners: moorden, vervolging
van priesters en leraren, deportatie van minderjarigen naar een
werkkamp in Bulgarije, hoge belastingen enz. Onder de ergste gevallen
van Bulgaarse wreedheden waren de incidenten van Drama, de massa
executie door de Bulgaren van 3.000 patriotten in Doxato en andere
dorpen op 28 en 29 september 1941 om de opstand tegen en het omverwerpen
van de Bulgaarse bezetting te onderdrukken.
De
reactie van de Macedoniërs en de Thraciërs op de onderdrukking
werden beantwoord met wreedheden die zelfs de het Duitse beleid
alarmeerden. Albanese bendes, bewapend door de Italianen, terroriseerden
het platteland van Epirus terwijl de Italiaans verder gingen met
het opzetten van een onafhankelijke “vorstendom” van
de Vlachs op de Pindos Bergen.
In
de Duitse zone was de situatie al even rampzalig. Het droogleggen
van goederen, middelen en reserves van het land dat de economie
tot een absoluut dieptepunt bracht met het gevolg dat de bevolking
verhongerde, de verwoesting van elke vorm van infrastructuur,
de liquidatie van elke vorm van vrijheid, het terrorisme van de
veroveraars, gevangenneming, executies en deportaties, maakten
deel uit van de Griekse vorm van de Nazi ‘new order’.
In Griekenland stierven meer mensen van lijden en van de honger
dan in welk ander bezet land in Europa ook.
Weerstand
Net
als de inwoners van veel andere Europese steden, tolereerden ook
de Atheners de Nazi bezetting niet zonder weerstand. Toen de Duitsers
Athene bezetten, gaven ze Konstantinos Koukidis, de Evzone die
bovenop de Akropolis de vlag bewaakte, de opdracht deze omlaag
te halen. De Evzone gehoorzaamde, haalde langzaam de
vlag omlaag, wikkelde er zich in en sprong van de Akropolis, zijn
dood tegemoet.
Apostolis
Santas en Manolis Glezos waren twee 18-jarige Grieken die net
zo goed gekend zijn door Grieken als door Europeanen. In de nacht
van 30 mei 1941 haalden ze de Nazi vlag, die bovenop de Akropolis
wapperde, omlaag en vervingen deze door de Griekse vlag. Het inspireerde
de Grieken waarop weerstand tegen de Nazi bezetting over gans
Griekenland groeide.
Zoals
in andere delen van Griekenland, werden ook in Athene al snel
weerstandgroepen gevormd. Ondanks zijn communistisch bestuur,
trok EAM/ELAS, de centrale weerstandsgroepering, mensen aan uit
het ganse politieke spectrum. Via sabotage en het bemoeilijken
van transporten vocht ELAS op het platteland een guerrillaoorlog
uit met de Duitsers en de Italianen. Vanaf de zomer van 1942 deden
de guerrillagroepen EDES en later EKKA hetzelfde in de Griekse
bergen. In november 1942 sloegen ELAS en ESDES de handen in elkaar
op de Gorgopotomosbrug op de spoorweglijn Athene-Thessaloniki,
op te blazen. Dit bemoeilijkte de bevoorrading van de Duitse strijdkrachten
van Rommel erg.
Samen
met de militaire acties van de guerrilla’s op het platteland,
maar ook al vroeger, werden in Athene en andere Griekse steden
stakingen en massademonstraties georganiseerd. De spontante betogingen,
meestal door studenten, en stakingen ontwikkelden zich tot een
protestbeweging. De staking van 5 maart 1943, die de reactie van
de Grieken tegen het rekruteren van arbeiders voor het Derde Rijk,
mag legendarisch genoemd worden. Eerder al, was de begrafenis
van de dichter Kostis Palamas een reden voor een indrukwekkende
massademonstratie.
Het
Griekse weerstandniveau werd door de Duitse legerleiding vaak
gehuldigd. In een toespraak zei Veldmaarschalk Wilhelm Keitel:
“De ongelooflijk sterk weerstand van de Grieken vertraagde
de Duitse aanval op Rusland met twee of meer zeer belangrijke
maanden. Zonder deze vertraging zou het resultaat van de oorlog
aan het oostfront, en de oorlog in het algemeen, anders geweest
zijn.”.
In
een andere toespraak, deze op de Rijksdag in 1941, werd gezegd:
“Omwille van de historische waarheid moet gezegd worden
dat, van al onze tegenstanders, enkel de Grieken vochten met zulk
een eindeloze moed en doodsverachting.”. In het dagboek
van Joseph Goebbels staat op 9 april 1941 geschreven: “Ik
verbood de pers de Grieken te onderschatten, te roddelen over
hen… De Fuhrer bewondert de moed van de Grieken.”.
Bevrijding
De
snelle opmars van het Sovjetleger in de richting van de Balkanlanden
dreigde de Duitse troepen in Griekenland af te snijden. Hierdoor
werden de Duitsers ertoe verplicht zich al snel uit Griekenland
terug te trekken. Deze terugtrekking begon in Peloponnesië
en de eilanden. Op 12 oktober 1944 werd Athene en Piraeus bevrijd.
Griekse
vlaggen wapperden en over heel de stad was klokkengelui te horen
terwijl uitzinnige massa’s mensen de straten en pleinen
overspoelden. De Britse troepen werden geestdriftig ontvangen
in de hoofdstad. De feestelijkheden vonden op 18 oktober 1944
een hoogtepunt bij de aankomst van Papandreou en de regering van
Nationale Eenheid.
De
problemen en tegenstellingen die achter de sfeer van feestvreugde
en samenhorigheid tijdens de eerste dagen van de bevrijding schuilgingen,
zouden echter snel de kop opsteken en leiden tot tragische burgeroorlog.
Slag
van Griekenlnd
28
oktober 1940 - 30 april 1941 |
Sterkte |
Duitsland:
500.000 man, 1.200 tanks. 700 vliegtuigen |
Griekenland:
350.000 man |
Italië:
529.000 man |
Britse
Gemenebest: 58.000 man |
Bulgarije
? |
|
Slachtoffers |
Italië:
13.755 doden 25.067 vermisten, 63.142 gewonden |
Griekenland:
13.325 doden, 62.663 gekwetsten, 1.290 vermisten |
Duitsland:
2.559 doden, 5.820 gekwetsten, 3.169 vermisten |
Britse
Gemenebest: 903 doden, 1250 gekwetsten, 13.958 gevangenen |
Bulgarije |
|
Totaal
aantal slachtoffers: 112.000 |
Totaal
aantal slachtoffers: 93.000 |
|