Griekse goden
en mythologie

De oude Griekse goddelijkheden, kunnen in zes categorieën onderverdeeld worden.

De eerste was de protogonoi, of eerstgeborenen, bestaande uit de elementaire wezens die de basis van het heelal uitmaakten (aarde, zee, lucht, nacht, dag enz). Naast hun eigen element, konden zij zich tegelijk ook voordoen in een vorm met menselijke eigenschappen. Zo was Gaia de aarde zelf maar, in de omgang met jongere goden, deed ze zich steeds voor als een gewone vrouw.

De tweede categorie waren de natuurduivels (geesten) en de nimfen (naiades, dryades, satyroi enz).

De derde waren de duivels (geesten) met menselijke invloed zoals slaap, dood, liefde, haat enz.

De vierde categorie bestond uit de verheven theoi (goden) als Pan, Nereus, Persephone, Eos, Hekate, Triton enz. Zij waren:

• Theoi Ouranioi of lucht goden
• Theoi Einalioi of zee goden.
• Theoi Khthoiniof onderwereld goden
• Theoi Georgikoi of landbouw goden
• Theoi Nomioi of weide en landelijke goden
• Theoi Titanes & Theai Titanides Titanen goden
• Theoi Olympioi of Olympische goden
• Apotheothenai of vergoddelijkte stervelingen

De vijfde categorie was deze van de Olympische goden (Zeus, Hera, Poseidon, Demeter enz) die heersten en bediend werden door alle mindere goddelijkheden.

De zesde en laatste categorie waren de helden, monsters en beesten – gigantes (reuzen), drakones (draken) theres (beesten) enz.

Bij het Pantheon waren er veel goddelijkheden die in meer dan een categorie onderverdeeld waren. Tykhe is een goed voorbeeld. Ze werd vereerd als godin en daarom geklasseerd als een van de mindere goden maar ze was ook een geest van de derde categorie die ongezien over de wereld dwaalde en geluk verspreidde. Ze was een van de Okeanides (wolken) en aldus hoorde ze ook bij de eerste of tweede categorie.