Toeristische
informatiegids over Athene Griekenland
Monastiraki
Monastiraki
(klein klooster) is een oud deel van Athene dat zich nestelt onder
de antieke Akropolis. Het Monastiraki plein is de draaischijf
van het leven in deze wijk en de hoofdstraten die ervan weg gaan,
leiden naar kleine straatjes waar duizenden voorwerpen ver- en
gekocht worden. Op een van de hoeken van het plein staat een overblijfsel
van de Turkse bezetting, de Moskee zonder minaret, gebouwd door
de Atheense moslim Tsisdarakis in 1759.
In
het centrum van Monastiraki ligt het Abyssinia plein waar, sinds 1910, elke zondag de rommelmarkt gehouden wordt. Monastiraki
is een kermis voor diegenen die er wandelen. Er zijn duizenden
zaken te koop. Alles van Nazi uniforms tot Mickey Mouse klokken,
namaak Romeinse helmen en oude munten kun je in de smalle gangetjes
en straatjes vinden. De wijk is rijk aan souvenirs, waarvan sommige
zeer goede koopjes zijn, juweliers en meubelzaken met pijnhouten
kasten hoog opgestapeld tussen semi-antiek. Keramiek, terra cotta
en marmeren spulletjes, oude schaakborden en nieuwe gemaakt met
zilver, marmer en brons, oude koperen pannen, bronzen openhaard
sets, luchters en platenspelers… van souvenirs tot rommel,
tot antiek. Afdingen op de prijs is hier normaal..
Monastiraki
toont je veel wat Grieks is in zijn winkelgewoontes en handelaars,
zijn bevolking en afwisseling. Het is zo goed als onveranderd
gebleven door de eeuwen heen. Een bezoek aan Monastiraki zal je
veel laten zien van de hoofdstad en zijn inwoners, van de mengeling
van oud en nieuw, een fascinatie die je zal bezig houden, je verwonderd
zal doen staan en, onvermijdelijk, je zal doen winkelen.
Naast
het metro station van Monastiraki en net ten westen van de Romeinse
agora, vind je de bibliotheek van Hadrianus, door de keizer in
132 AD gebouwd.
Het
rechthoekige gebouw van de bibliotheek omvat een Corinthische
propylon aan de westkant, een binnenplaats omgeven door een open
zuilengang, een bibliotheek, studie- en leeszalen. Het werd door
de Heruliërs in 267 AD verwoest en het maakte daaropvolgend
deel uit van de laat-Romeinse versterkingsmuur.
In
de 5de eeuw werd in het midden van de binnenplaats een vroeg christelijke
kerk gebouwd. Nadat deze ook verwoest was werd er, in de 7de eeuw,
een basiliek met drie beuken opgetrokken die op zijn beurt in
de 11de eeuw opgevolgd werd door de kerk van Megali Panaghia.
Tijdens de Turkse bezetting werd het de zetel van de Voevode (gouverneur)
en in 1835 werden er de barakken van Koning Otto gebouwd.
De
eerste opgravingen werden op deze plaats uitgevoerd door W. Dorpfeld
en St. Koumanoudis in het oostelijk deel van de bibliotheek van
Hadrianus na de grote brand van 1885 die de agora en de Megali
Panaghi kerk beschadigden.
Tussen
1942 en 1950 werd een tweede opgravingproject uitgevoerd door
de Italianen en later door A. Orlandos en I. Meliades. Tussen
1970 en 1980 was het de beurt aan J. Tavlos, deze keer in het
noordoostelijke auditorium. Sinds 1987 voert het 1e Eforaat van
Antiquiteiten systematisch opgravingen uit in het westelijke deel
van het monument. In de jaren 1960-70 werd de westelijke gevel
gerestaureerd alsook de kolommen van de basiliek van Megali Panaghia.
In 1975-76 werd de propylon geconsolideerd.
Het
1e Eforaat werkt momenteel aan een studie voor de reconstructie
van de propylon en de zuidvleugel van de gevel van het gebouw.
De Romeinse Agora
In
de eerste eeuw VC bouwden de Atheners een nieuwe agora ten oosten
van de Oude Agora. Het is de Romeinse Agora of Agora van Caesar
en Augustus. Je hebt het beste overzicht op de agora, als je vanaf
de weg aan de bibliotheek van Hadrianus bergop gaat, vanuit de
Aiolou Straat en, nog beter, vanaf de hoger gelegen Polygnotou
Straat.
In
de Romeinse tijd waren de oude en de Romeinse Agora met elkaar
verbonden door een weg die in de Oude Agora begon aan de Stoa
van Attalos.
De
Romeinse Agora is 111 bij 98 meter met een rechthoekige binnenplaats
omgeven door stoa’s, winkels en opslagplaatsen en ze was
afgelijnd met Ionische kolommen. Gedurende de heerschappij van
Hadrianus werd de binnenplaats betegeld. Na de Heruliaanse invasie
van 267 AD werd de stad Athene beperkt tot het gebied binnen de
laat-Romeinse vestigingsmuur en het administratieve en commerciële
centrum van de stad werd van de oude naar de Romeinse Agora overgebracht
alsook naar de Bibliotheek van Hadrianus. Gedurende de Byzantijnse
periode en de Turkse overheersing werd het gebied ingenomen door
huizen, werkplaatsen en kerken.
De
Athena Archegetis poort staat in het westen van de Romeinse Agora.
Ze werd gebouwd tussen 19 en 11 VC. Deze monumentale ingang heeft
een rij van vier Dorische kolommen en een voetstuk van Pentelisch
marmer. Ze werd in 11 VC gebouwd met giften van Julius Caesar
en Augustus en ze werd door de inwoners van Athene opgedragen
aan hun patrones, Athena Archegetis. De oostelijke ingang van
de Romeinse Agora had een rij van vier Ionische kolommen gemaakt
van grijs Hymittos marmer. Ze werd in 1456 AD gebouwd op de ruines
van een vroeg Christelijke basiliek.
De
Romeinse openbare toiletten (vespasianae) stonden in een rechthoekig
gebouw dichtbij de Toren van de Winden. Ze bestonden uit een voorkamer
en een vierkante hal met 70 banken aan de vier zijden, met gaten
erin. Onder de banken lag een open rioolpijp. Deze toiletten dateren
uit de 1e eeuw AD.
Het
agaronomion is een rechthoekig gebouw aan de oostkant van de Romeinse
Agora uit de eerste eeuw AD. De overgebleven voorgevel heeft drie
doorgangen met bogen en een brede trap. Een inscriptie in de gevellijst
vermeldt dat het gebouw opgedragen was aan de Divi Augusti en
Athena Archegetis. Het kan geïdentificeerd worden met de
Sevasteion, wat een gebouw was voor de verering van de keizer.
In
de eerste helft van de eerste eeuw VC werd een waterklok gebouwd
nabij de oostelijke rand van de Romeinse Agora door de astronoom
Andronicos van Kyrrhos in Macedonië. Deze waterklok is nu
gekend als de Toren van de Winden.
De
naam van het bouwwerk verwijst naar de afbeelding van de acht
winden: Boreas (N), Kaikias (NO), Apeliotes (O), Euros (ZO), Notos
(Z), Lips (ZW), Zephyros (W) en Skiron (NW) die op de acht gevels
gebeeldhouwd staan.
De
achthoekige toren, 3,20 meter breed op elke zijde, staat op een
voetstuk met drie trappen en werd gebouwd in wit Pentelisch marmer.
Hij heeft een conisch dak, een rond bijgebouw aan de zuidzijde
en twee Corinthische portieken, eentje aan de noordoost kant en
eentje aan de noordwest zijde. Er hingen zonnewijzers aan de buitenmuren
en er stond een complexe waterklok binnenin.
In
de vroege Christelijke tijd werd de Toren van de Winden omgevormd
tot een kerk of een doopkerk van een nabijgelegen kerk terwijl
de het gebied aan de buitenzijde van de noordoostelijke ingang
gebruikt werd als een Christelijke begraafplaats. Cyiacus van
Ancona vernoemt het monument in de 15de eeuw als de tempel van
Aeolos terwijl een anonieme reiziger ernaar verwijst als een kerk.
In de 18de eeuw werd de toren gebruikt als tekke van de Dervishes.
Het
monument was half begraven met aarde die zich door de eeuwen had
opgestapeld. Het werd tussen 1837 en 1845 uitgegraven door de
Griekse Archeologische Vereniging. Tussen 1916 en 1919 voerde
Orlandos restauratiewerken eraan uit die door het 1ste Eforaat
van Antiquiteiten ook in 1976 gedaan werden.