Nationaal
Historisch Museum
Het Nationaal Historisch Museum bevindt zich aan het begin van
de Statiou Straat, vlakbij het Syntagma Plein. Het werd gebouwd
op de plaats van de vroegere woning van Al. Kontostavlos, een
van de rijkste zakenmannen van Athene. Voordien, in 1813, was
het de residentie van Koning Otto van Griekenland. Na de grondwettelijke
beweging van 3 september 1843 en het toekennen van een grondwet
door Koning Otto in 1844, werd het gebouw de zetel van het Griekse
Parlement. Het werd gebruikt voor de vergaderingen van het parlement
en de senaat.
In
oktober 1854 werd het gebouw volledig door brand verwoest. Een
nieuw, neoklassiek, gebouw werd in 1858 opgetrokken naar een ontwerp
van de architect François Boulanger. Het ontwerp omvatte
twee amfitheaters, eentje voor de parlementsvergaderingen en een
ander voor de vergaderingen van de senaat. Omwille van financiële
moeilijkheden werd, kort na aanvang, de constructie van het gebouw
stilgelegd. Toen de bouwwerken in 1863 hernamen, was de senaat
intussen afgeschaft. Daarom maakte de Griekse architect Panagiotis
Kalkos een reeks aanpassingen aan het oorspronkelijke ontwerp.
Het
gebouw, dat in 1835 door Koningin Amalia werd opgericht, werd
in 1871 afgewerkt. Vanaf 1875 deed het parlement er zijn werk
tot het, in 1935, overgebracht werd naar het voormalige paleis
van Koning Otto en Koningin Amalia op het Syntagma Plein. Daarna
diende het als Ministerie van Justitie tot 1962 toen het Nationaal
Historisch Museum, opgericht door de Geschiedkundige en Etnologische
Vereniging van Griekenland, erin ondergebracht werd.
Het
voormalige parlement in het centrum van Athene is een bouwkundig
juweel. De grote congreszaal is niet alleen een historisch belangrijke
plaats in het verleden, ze wordt nu ook gebruikt voor belangrijke
culturele en historische evenementen. In de kamers rondom de congreszaal
wordt een groot deel van de collectie die, sinds de oprichting
van de Geschiedkundige en Etnologische Vereniging verzameld werd,
permanent tentoongesteld.
De
collectie van het Nationaal Historisch Museum beslaat de moderne
Griekse geschiedenis en folklore van de 15de tot de 20ste eeuw.
Voorwerpen uit de periode van de Frankische en Osmaanse overheersing
(15de tot de 19de eeuw) worden tentoongesteld naast deze van de
voorbereiding, het uitbreken en het verloop van de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog
in 1821.
Verder
zijn er tentoongestelde voorwerpen met betrekking tot:
•
prominente Griekse geleerden en geestelijken, de belangrijkste
philhellenen en Ioannis Kapodistrias, de eerste gouverneur
van
Griekenland (1828-1831)
• de regeerperiode van Otto, de eerste koning van Griekenland
(1833
-1862)
• de regeerperiode van Koning George I (1864-1913)
• de Balkanoorlogen (1912-1913)
• de Klein Azië campagne (1919-1922)
• de Grieks-Italiaanse oorlog (1940-1941
De
tentoongestelde voorwerpen bestaan uit historisch en folklore
materiaal als wapens, vlaggen, kunstwerken, memorabilia, medailles,
persoonlijke voorwerpen van historische figuren, meubels, traditionele
klederdracht en voorwerpen uit het dagelijkse en het volksleven.
In
de onmiddellijke omgeving van het Oude Parlement staan drie standbeelden.
Op het plein aan de Stadiou Straat staat het standbeeld van Theodoros
Kolokotronis als ruiter. Hij was een van de leidende figuren in
de Onafhankelijkheidsoorlog, de slag van Dervenakia en de Vergadering
van de Peloponnesische Senaat.
Aan beide zijden van het museum staat een standbeeld van een Grieks
politicus uit de 19de eeuw: Charilaos Trikoupis (Thamas Thomopoulos,
1920) en Theodoros Diligiannis, de Eerste Minister die in 1905
aan de ingang van het Parlement vermoord werd (Georgios Dimitriadis,
1924).
Het
Nationaal Historisch Museum in Athene is tegenwoordig ook een
onderzoekcentrum van de moderne Griekse geschiedenis.
De
Geschiedkundige en Etnologische Vereniging van Griekenland
De
vereniging werd in 1882 opgericht door geleerden en kunstenaars
waaronder Timoleon Filimon (eerste voorzitter van de vereniging),
Nikolaos Plitis, Spyridon Lambros, Dimitrios Kombouroglou,
Antonios Miliarakis en Georgios Drosinis.
De
vereniging heeft tot doel de monumenten van de Griekse
geschiedenis te bewaren en te promoten. In 1896, richtte
ze het Historisch Etnologisch Museum op, de voorloper
van het Nationaal Historisch Museum, dat gevestigd was
in een kamer van de Technische Universiteit van Athene.
Afgezien van het Nationaal Historisch Museum, heeft de
Geschiedkundige en Etnologische Vereniging van Griekenland
ook een geschiedkundig archief en een bibliotheek en is
ze actief zowel in onderzoek als in publicaties. |
Openingsuren en toegang
13, Stadiou Straat
Syntagma
|
|