GESCHIEDENIS
VAN ATHENE
Athene
in de Prehistorie
De geschiedenis van Athene begon vele eeuwen voor de culturele
wonderen van de Klassieke periode. Het bestaan van georganiseerd
leven en belangrijke verwezenlijkingen in de prehistorie wordt
bewezen door tal van archeologische vondsten. Omwille van intensieve
bouwwerken doorheen de eeuwen op de plaatsen waar de vondsten
van de eerste nederzettingen gedaan werden, meer bepaald de Akropolis,
de Oude Agora en het Olympeion (Tempel van Zeus), gingen de meeste
bewijzen die een duidelijk beeld van de prehistorie van Athene
zouden gegeven hebben, voor altijd verloren.
De
reconstructie van de vroegste tijden van Athene is gebaseerd op
de resultaten van opgravingen die voornamelijk graven en draagbare
vondsten aan het licht brachten. De vroegste nederzetting, rond
de Akropolis, dateren van de laatste Neolithische periode (4500-4000
VC). Uit de schaarse vondsten blijkt dat de Neolithische bewoners
van Athene contact hadden met de kuststreek van de Saronische
Golf, Aegina en Kea waar belangrijke nederzettingen ontdekt werden.
De
nederzettingen rond de Akropolis zetten zich verder tijdens de
Bronstijd (3200-1100 VC) en verspreidden zich over een groter
gebied. In de vroege Bronstijd begon men het Kerameikos gebied
te gebruiken voor het begraven van doden en in de Oude Agora werden
sporen gevonden van een weg die westwaarts leidde. Er waren contacten
met de bloeiende cultuur van de Cycladen en met belangrijke kustnederzettingen
als waar het hedendaagse Agios Kosmas gelegen is.
Tijdens
het midden van de Bronstijd of de Myceense periode waren de Atheners
zeer laat in het overnemen van de organisatie en de gewoonten
van de Myceners maar uiteindelijk, vanaf 1500 VC, namen ze het
Myceense karakter over.
In
Ilissos ontstond een nieuwe nederzetting met een kerkhof maar
de grootste ontwikkeling van nederzettingen deed zich tussen 1400
en 1300 VC vooral ten zuiden van de Akropolis voor . Het ontstaan
van grote kerkhoven in de Oude Agora, op de Heuvel van de Nimfen
(Pnyx Heuvel) en op de Areios Pagos, waar de rijkste begraafplaatsen
gevonden werden, geven de welvaart en de groei van de bevolking
aan.
Het
bestaan van verschillende begraafplaatsen geeft aan dat de inwoners
mogelijke verdeeld waren in verschillende onafhankelijke groepen,
“kata komas”, een gegeven dat overeenkomt met oude
bronnen en met de naam van de stad, Athinai, in het meervoud.
De
vroege 13de eeuw VC is het begin van de belangrijkste ontwikkelingsperiode
van Athene. De Akropolis was toen het paleis alsook het administratieve,
militaire en culturele centrum. Een paar resten van het Myceense
paleis werden gevonden op de plaats waar later het Erechteion
en de eerste Tempel van Athena zouden gebouwd worden.
Later
versterkten de Atheners de rots rondom met een kolossale muur
waarin ingangen gemaakt waren. De coördinatie en de planning
van de werken geven aan dat er een sterk gezag aan de macht was.
De Atheners zagen de Myceense hegemonie als de overheersing van
Thesus aan wie het synoecisme van Athene werd toegeschreven. Synoecisme
was de samensmelting van dorpen en kleine steden in het oude Hellas
tot een groter politiek geheel als een stad. Deze evolutie was
de basis van het ontstaan en de ontwikkeling van democratie in
het oude Griekenland. Het woord betekent “samenwonen”
of “verenigen in een hoofdstad”.
In
het begin van de 12de eeuw kwam een einde aan de welvaart van
de laatste Myceense periode evenals aan deze van de rest van de
Myceense wereld. Het bevolkingsaantal in de stad verminderde en
de inwoners verspreidden zich maar Athene was nooit een verlaten
stad.
|