GESCHIEDENIS
VAN ATHENE
Griekse
burgeroorlog
1945-1949
De
Griekse Burgeroorlog bestond hoofdzakelijk uit een conflict tussen
enerzijds de voornamelijk conservatieve Griekse burgerbevolking
en de strijdkrachten van de Griekse regering die gesteund werd
door de VS en Groot-Brittannië en anderzijds de, meestal,
Griekse communisten en sleutelfiguren van de grootste antinazi
weerstandsorganisatie (ELAS) waarvan het bestuur door de Communistische
Partij (KKE), gecontroleerd werd.
De
politieke meningsverschillen tussen EAM/ELAS en de rechtsgerichte
EDES begonnen tijdens de Duitse bezetting. In december 1944, een
paar maanden na de bevrijding, confronteerden beide groeperingen
de regeringsgezinde strijdkrachten, die door het Britse leger
ondersteund werden, in Athene. Het feit dat alle weerstandsgroeperingen
in Griekenland elkaar van geheime overeenkomsten en mogelijke
collaboratie beschuldigden, maakten de toestand en de gesloten
akkoorden zeer onzeker. De polarisatie leidde tot de burgeroorlog
van december 1946 tot oktober 1949.
EAM
en ELAS werkten alle andere weerstandsbewegingen tegen. De
belangrijkste van deze laatste waren de Griekse Nationale Republikeinse
Liga (Ethnikos Dimokratikos Ellinikos Syndesmos of EDES) onder
leiding van de voormalige legerofficier Kolonel Napoleon Zervas
en de Nationale en Sociale Bevrijding (Ethniki Kai Koinoniki
Apeleftherosis of EKKA), onder Kolonel Dimitrios Psaros. ELAS
was een klassieke bevrijdingsbeweging met sterke weerstand
tegenover de monarchie geleid door Aris Velouchiotis
(Thanassis Klaras). Oorspronkelijk had EDES een republikeinse
ideologie maar vanaf 1943 werd haar voorzitter koningsgezind.
Griekenland
heeft een geografie die zeer gunstig is voor guerrillagevechten.
In 1943 hadden de asmogendheden en hun medestanders enkel controle
over de belangrijkste steden en de verbindingswegen wat het bergachtige
binnenland open liet voor de weerstand. Tegen 1943 had ELAS ongeveer
30.000 gewapende strijders die grote gebieden van het bergachtige
Peloponnesië, Kreta, Thessaly en Macedonië (een gebied
van 30.000 km² met 750.000 inwoners) controleerden. EDES
had ongeveer 10.000 man, de meeste waarvan in Epirus. EKKA had
slechts ongeveer 1.000 manschappen.
De
weerstand sloeg eerst toe in oostelijk Macedonië waar de
Duitsers Bulgaarse troepen hadden toegelaten Grieks grondgebied
te bezetten. Als gevolg hiervan werden grote demonstraties in
de Griekse Macedonische steden georganiseerd door de YBE (Yperaspistes
Voreiou Ellados of Verdedigers van Noord Griekenland), een rechtsgerichte
organisatie.
Naam |
Politieke
strekking |
Politiek
leider |
Militaire
arm |
Militair
leider |
Geschat
hoogst ledenaantal |
Nationaal
Bevrijdingsfront (Ethniko Apeleftherotiko Metopo/EAM) |
Communistische
groepering verbonden met de KKE |
Giorgios
Siantos |
Nationaal
Volksbevrijdingsleger (Ethnikos Laikos Apeleftherotikos
Stratos/ELAS) |
Aris
Velouchiotis |
50.000 |
Nationale
Democratische Griekse Liga (Ethnikos Dimokratikos Ellinikos
Syndesmos/EDES) |
militair
anti-communistisch, Venizelosistisch en republikeins |
Nikolaos
Plastiras |
Nationale
Troepen van Griekse Guerrilla's |
Napoleon
Zervas |
14.000 |
Nationale
en Sociale Bevrijding (Ethniki Kai Koinoniki Apeleftherosis/EKKA) |
militair
anti-communistisch, Venizelosistisch, republikeins en
liberaal |
Georgios
Kartalis |
EKKA |
Dimitrios
Psaros en Euripides Bakirtzis |
1.000 |
|