GESCHIEDENIS
VAN ATHENE
De
Griekse militaire junta
(Regime van de kolonels)
Het Cyprus debacle en val van de Junta
1960-1974: Instorting van de grondwet
Volgens de inhoud van de grondwet zou Cyprus een onafhankelijke,
niet gerichte republiek worden met een Grieks Cyprioot als president
en een Turks Cyprioot als vice-president. De algemeen uitvoerende
macht lag bij een ministerraad met een verhouding van zeven Grieken
tot drie Turken. De Grieks Cyprioten vertegenwoordigden 78% van
de bevolking en de Turks Cyprioten 18%. De overige 4% waren minderheden
Al
vlug ontstonden de eerste meningsverschillen tussen de twee gemeenschappen.
Zaken die betwist werden waren onder andere de belastingen en
het opzetten van verschillende gemeenten. Omwille van het veto
in het kiessysteem resulteerde dit vaak in een patstelling in
de gemeentelijke en de staatspolitiek.
Herhaalde
pogingen om de meningsverschillen op te lossen liepen op niets
uit. Uiteindelijk, op 30 november 1963 stelde Makarios een 13-punten
plan voor dat gemaakt was om hindernissen voor het normaal functioneren
van de regering uit de weg te ruimen. Oorspronkelijk weigerde
Turkije het plan. Een paar dagen later, op 2 december 1963, ontstonden
gevechten tussen de gemeenschappen in Nicosia. In de daaropvolgende
dagen verspreidden de gevechten zich over de rest van het eiland.
Tegelijk
zakte de machtdelende regering in elkaar. Hoe dit gebeurde is
een van de meest controversiële zaken in de moderne Cypriotische
geschiedenis. De Grieks Cyprioten stellen dat de Turks Cyprioten
zich terugtrokken zodat ze hun eigen regering konden opzetten.
De Turks Cyprioten zeggen dat ze buiten gewerkt waren. In werkelijkheid
en, zoals die meestal in zulke zaken gaat, zit er waarheid in
beide standpunten.
Veel
Turks Cyprioten verkozen zich uit de regering terug te trekken.
De velen die hun werk wilden blijven doen, konden dit niet omdat
het door de Grieks Cyprioten onmogelijk gemaakt werd. Ook wilden
ze niet aanwezig zijn omdat ze, na het recente geweld, voor hun
leven vreesden. In de dagen volgend op de gevechten werden verwoedde
pogingen ondernomen om de spanning te verminderen.
Op
27 december werd een tijdelijke vredesmacht, de Gezamenlijke Vredesmacht,
door Groot-Brittannië, Griekenland en Turkije samengesteld.
Deze vormde een cordon tot de aankomst van de Vredesmacht, UNFICYP,
van de Verenigde Naties die op 4 maart 1964 gevormd was als gevolg
van resolutie 186 van de UN Veiligheidsraad.
|