Olympische fakkels
Zomerspelen
Fakkel |
Bijzonderheden |
|
1936
Berlijn
Voor het eerst in de geschiedenis van de moderne Olympische
Spelen werd de Olympische vlam aangestoken met vuur afkomstig
van het heiligdom van de oude Olympische Spelen in Olympia.
Na een afstand van 3.422 km afgelegd te hebben door Griekenland,
Bulgarije, Joegoslavië, Hongarije, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije
en Duitsland (de fakkel deed de hoofdstad van elke land
aan), kwam hij op 1 augustus toe in het Olympisch Stadion
in Berlijn. De fakkel, een ontwerp van beeldhouwer Lemcke,
was gemaakt in gepolijst staal. Op het handvat stond de
tekst: "Fackelstaffel-Lauf Olympia-Berlin 1936”
met de Olympische ringen en erboven de Duitse arend. In
de onderste helft stond de fakkelroute van Olympia tot
Berlijn. Op het fakkelplatform stond de tekst: “Organisazions-Komitee
fur die XI. Olympiade Berlin 1926. Als Dank dem Trager”.
|
|
1948
Londen
Er werden drie soorten fakkels gebruikt gedurende de fakkeltocht:
een standaard fakkel, een fakkel met een gashouder voor
de overtocht op zee en een fakkel voor de laatste drager (afgebeeld). De
fakkel droeg de tekst "XIV Olympiad
London 1948" en was van roestvrij staal. Hij was
ontworpen voor het laatste deel van de tocht, de ingang
van het stadion. De fakkel had een magnesiumvlam zodat
ze fel zou branden en buiten het stadion gezien kon worden
zelfs bij fel zonlicht. De heilige vlam reisde 3.365
km door acht Europese landen. 1.416 lopers zorgden ervoor
dat de vlam in het Wembley stadion aankwam op 29 juli.
|
|
1952
Helsinki
De
Finnen die de Spelen organiseren hadden gevraagd dat
de vlam niet door het Oostblok zou reizen omdat de
gevolgen van de Tweede Wereldoorlog nog niet verwerkt
waren. De vlam van de 1952 Olympische Spelen reisde
daarom voor het eerst door de lucht, van Athene naar
Helsinki via Kopenhagen. Ze kwam in het stadion van
de Finse hoofdstad toe op 19 juli. De voorlaatste loper
was de bekende 55-jarige Fin Paavo Nurmi die de fakkel
doorgaf aan de even bekende 62-jarige loper en Olympisch
medaillehouder Hans Kohlemainen die het vuurbekken
in het stadion met de vlam aanstak. De fakkel had een
conische vorm met, op het onderste deel van de brander,
de tekst "XV Olympia Helsinki 1952"
en op de ring eronder "Helsinki Helsingfors".
Als versiering stond in het midden van de brander aan
de ene kant een laurierkroon en aan de andere kant de
Olympische ringen. Het handvat was in gelakt hout. |
|
1956
Melbourne/Stockholm
De
vlam maakte twee reizen naar de 1956 Olympische Spelen.
De Australiërs weigerden de paardendisciplines uit
vrees voor besmettelijke ziekten. Daarom ging dit deel
van de Spelen door in Stockholm. De vlam reisde niet alleen
naar Australië, maar ook naar Zweden. 3.118 fakkeldragers
liepen 20.470 km. De laatste was de bekende loper Ron
Clark. Om Stockholm te bereiken, reisde de vlam per vliegtuig
van Athene naar Malmo en Thence en dan, met een escorte
van 150 ruiters van 16 Zweedse rijclubs, naar het stadion
in Stockholm. De fakkel werd ontworpen naar het voorbeeld
van deze van de 1948 Spelen in Londen. Op de basis van
de kelkvormige bovenkant stonden de Olympische ringen
en de tekst "XVI Olympiad Melbourne 1956".
De fakkel voor de paardendisciplines in Stockholm had
dezelfde vorm. |
|
1960
Rome
De oude monumenten van Griekenland en Italië waren
de ruggengraat voor de Olympische fakkelroute van de 1960
Olympische Spelen. De reis begon in Piraeus, de haven
van Athene, op het schip "Amerigo Vespucci"
dat de fakkel naar Syracuse bracht. Via tal van Italiaanse
steden reisde hij dan verder naar Rome. 1.529 atleten
namen deel aan de fakkeltocht over een afstand van 2.750
km. De laatste loper was Biancarlo Peri die de vlam tot
aan het vuurbekken van het Olympische Stadion in Rome
bracht. De fakkel was met opzet gebaseerd op een klassiek
model en geïnspireerd door fakkels op oude monumenten.
Op de voet stond de tekst: "Giocchi della XVII Olympiade".
|
|
1964
Tokyo
De
fakkel begon zijn reis naar de 1964 Tokyo Olympische
Spelen in Olympia op 21 augustus. Hij vloog van Athene
naar Constantinopel (Istanbul) en zette zijn reis dan
dan over de weg verder door Beirut, Tehran, Lahore,
New Delhi, Bangkok, Kuala Lumur, Manila, Hong Kong,
Taipei en Okinawa. Het Olympische vuur werd in het
stadion van Tokyo door Yosinori Sakai, een jonge student,
aangestoken op 10 oktober. De fakkeltocht liep over
een afstand van 26.065 km via de lucht, het land en
de zee. 100.603 fakkeldragers, een Olympisch record,
droegen de fakkel die gemaakt was een cilindrische
koker, overtrokken met roestvrij staal en gevuld met
buskruid en rook. Het handvat was speciaal gemaakt
in aluminium om het gewicht te beperken. Langs de Olympische
ringen op het handvat, stond de tekst: "XVIII Olympiad Tokyo
1964". |
|
1968
Mexico
De Olympische vlam voor de 1968 Mexico Olympische Spelen
volgde de route van de grote ontdekkingsreiziger, Christoffel
Columbus. Van Olympia werd ze eerst naar Genua, de geboorteplaats
van Columbus, gebracht alvorens in Barcelona toe te komen,
de stad die hem als held verwelkomde na zijn ontdekking
van Amerika. De vlam reisde dan verder naar Mexico op
het fregat "Prinses Sofia" dat dezelfde weg
volgde als de "Santa Maria", het schip van Columbus.
De reis duurde 21 dagen en het vuur werd in het Olympisch
Stadion van Mexico City voor het eerst aangestoken door
een vrouw, Enriqueta Basilio. Het fakkelontwerp herneemt
het logo van Mexico '68 dat zowel op het embleem als op
de poster voorkomt. De gegroefde fakkel is kegelvormig
en de tekst "Mexico 68" staat op de top van
de kant waar de vlam uitkomt. |
|
1972
Munchen
Zes landen verwelkomden de Olympische vlam voor de 1972
Spelen in Munchen. Van Olympia ging de fakkel naar
Turkije, Bulgarije, Roemenie, Joegoslavië, Hongarije en
Oostenrijk. De reis duurde 29 dagen waarbij 6.000 fakkeldragers
5.532 km overbrugden. Het Olympische vuur werd in het
stadion in Muchen aangestoken door de atletiekatleet
Gunter Zahn. Op de fakkelstaaf staat de tekst "Spiele
der XX Olympiade Munchen 1972". Op het handvat
werden de Olympische ringen alsook het embleem van
de Spelen afgebeeld. Dit embleem stelt een kroon van
lichtstralen voor.
|
|
1976
Montreal
De reis van de Olympische fakkel van Athene naar de 1976
Spelen in Ottawa, werd gekenmerkt door een belangrijke
innovatie. Ze werd voor het eerst geleid door een laserstraal
via een satelliet. 1.214 atleten liepen gedurende de
aflossing in Canada. Het Olympische vuur werd voor het
eerst ook aangestoken door een jong paar atleten: de
16-jarige Stephane Frefontaine en de 15-jarige Sandra
Henderson. Het Grafische en Ontwerp managementteam van
het Organiserend Comité
van deze Spelen opteerde voor een functioneel ontwerp
en licht materiaal (aluminium) met de gedachte dat elke
loper de fakkel gedurende een kilometer moest vasthouden.
De fakkel was zwart zodat de vlam beter zichtbaar zou
zijn voor fotografen. |
|
1980
Moskou
Voor de 1980 Moskou Spelen reisde de fakkel 4.915 km door
Griekenland, Bulgarije, Roemenie en de Sovjet Unie. De
laatste van de 5.000 lopers was de Russische basketballegende Sergei Belov.
Op het handvat van de fakkel stond te tekst:
"Moskva Olimpiada 1980" (Moskou Olympiade 1980).
Op de schotel stond het embleem van de Spelen.
|
|
1984
Los Angeles
De Amerikaanse organisatoren verkochten de tocht van de
fakkeltocht voor 3.000 Dollar per kilometer. Dit idee
viel niet in goede aarde bij het Griekse Olympische Comité
dat aan de Amerikanen liet weten dat ze de Olympische
vlam niet zouden afleveren. De vlam reisde uiteindelijk
wel naar New York maar er was geen fakkeltocht op Griekse
bodem en ook de overdrachtsceremonie van de vlam vond
niet plaats. Rafer Johnson, winnaar van de tienkamp tijdens
de 1960 Spelen in Rome, stak het Olympische vuur aan.
Het lederen handvat van de fakkel droeg de tekst: "Games
of the XXIII Olympiad Los Angeles 1984", het Olympisch
motto "Citius, Altius, Fortius" alsook een
afbeelding van het Coliseum.
|
|
1988
Seoul
Met een ploeg van 156 mensen, werkten de Zuid-Koreanen
meer dan twee jaar aan de fakkeltocht. De vlam werd per
vliegtuig van Athene overgebracht naar het Cheju Eiland en op 26 dagen
werden 15.250 km afgelegd door niet minder dan 20.899 lopers. Aan de bovenkant
van het handvat van de fakkel stond "Games of the XXIVth Olympiad Seoul
1988" en het embleem alsook een Koreaanse tekening.
Het fakkelhandvat was in leder.
|
|
1992
Barcelona
De
Olympische vlam werd met het Spaanse fregat "Cataluya"
naar de haven van Empuries, een oude Griekse kolonie,
gebracht. Ze bereikte Barcelona na 51 dagen en had een
reis van 6.307 km afgelegd dankzij in totaal 10.448 lopers.
Het Olympische vuur werd in het Olympisch Stadion van
Montjuic 'aangeschoten" door Antonio Rebollo, een
Paralympische boogschutter die de vlam naar de vuurpan
schoot. Op het handvat van de fakkel stond "XXV Olimpiada
Barcelona 1992" en het embleem van de Spelen. De
fakkel was ontworpen door Andre Ricard, een industrieel
ontwerper uit Barcelona. |
|
1996
Atlanta
Het aansteken van de vlam in het oude Olympia voor de
1996 Atlanta Olympische Spelen, werd bijgewoond door
Hillary Clinton, echtgenote van de toenmalige Amerikaanse president Bill
Clinton. De fakkeltocht duurde 170 dagen en de laatste loper was de bokslegende,
Mohamed Ali. Het ontwerp van de fakkel was gebaseerd op de eenvoudigste
van alle fakkels: een bundeltje rietjes samengebonden met een twijgje.
Er waren 22 aluminium "rietjes",
eentje voor elke Olympische Spelen. Op de eerste vergulde
ring stond de tekst "Atlanta 1996" alsook
het embleem van de Spelen. Op de tweede ring stonden
de namen van alle gaststeden van de moderne Olympische
Spelen. De fakkel was de grootste van al de fakkels
van de Zomerspelen en de enige die in het midden moest
vastgehouden worden.
|
|
2000
Sydney
De Olympische vlam voor de 2000 Sydney Spelen reisde
gedurende 10 dagen langs een aantal Griekse steden. Daar
werden schepen en zelfs duikers gebruikt om ze 27.000
km verder af te leveren in het heilige district van de
Uluru aboriginals in Australië. De ganse reis duurde
127 dagen. De laatste loopster die ook het Olympisch
vuur startte, was Kathy Freeman, winnares van de gouden
medaille op de 400 meter in de 1994 Sydney Spelen. Het
ontwerp van de fakkel werd geinspireerd door de architectuur
van het operagebouw in Sydney, het blauwe water van de
Stille Oceaan en de subtiele buiging van de boemerang.
De fakkel had drie lagen die de aarde, het vuur en het
water symboliseerden. |
|
2004
Athene
In 2004 keerden de Olympische Spelen terug naar
hun geboorteland en naar de stad van hun heropleving.
Om de geschiedenis van de Spelen te vieren, verenigde
de Olympische fakkeltocht de vijf continenten.
De Olympische vlam vertrok in Olympia en, na een
reis om de wereld, keerde ze terug naar het Olympisch
Stadion in Athene op 13 augustus. De reis duurde
78 dagen waarvan 35 dagen buiten Griekenland en met een
afstand van ongeveer 78.000 km. 1.500 daarvan werden afgelegd
door 3.600 fakkeldragers. In totaal hadden 260 miljoen
mensen de mogelijkheid de vlam in hun stad te zien. Voor
het eerst in de geschiedenis deed de Olympische fakkeltocht
Afrika en Latijns-Amerika aan. De vlam reisde door alle
Olympische steden alsook door steden met een symboliek
zoals Brussel, hoofdstad van de Europese Unie; Lausanne,
zetel van het Internationaal Olympisch Comité en
Beijing, gaststad van de volgende Olympiade. De Athene
2004 fakkeltocht omarmde alle culturen en de vijf continenten
gesymboliseerd door de vijf Olympische ringen.
Een
olijfblad zorgde voor de inspiratie van het ontwerp
van de eerste Olympische fakkel die door alle
continenten reisde met een vredesboodschap voor
de Olympische Spelen 2004. De fakkelvorm volgde
de lijnen van het blad evenals zijn harmonieuze
vorm. De fakkel woog 700 gram en was 68 cm lang.
Hij was gemaakt van metaal (magnesium) en van
hout (olijfhout), beide in hun natuurlijke kleur.
|
|
2008
Beijing
De Beijing (Peking) Olympische fakkel heeft sterke
Chinese karakteristieken en is een toonbeeld van Chinees
design en technische mogelijkheden. Hij belichaamt
de concepten van de Groene Olympische Spelen, de hoog
technologische Olympische Spelen en de Olympische Spelen
van het volk.
De fakkel is 72 cm hoog, weegt 985 gr en is gemaakt
van aluminium. Hij heeft een gebogen oppervlak waarop,
bij de productie ervan, geëtst en geanodiseerd
wordt. De fakkel kan gedurende ongeveer 15 minuten
ononderbroken branden met een vlam van 25 tot 30 cm
hoog in een windstille omgeving. De vlam kan windsnelheden
tot 65 km/u weerstaan alsook regen tot 50 mm/u. Het
vuur kan gezien en gefotografeerd worden bij zonlicht
en in gebieden met een grote lichtsterkte. In overeenstemming
met de milieurichtlijnen werd propaan als brandstof
gebruikt. Alle materiaal van de fakkel is recycleerbaar.
De vorm van de papierrol en de afbeelding van de geluksbrengende
wolken geven het idee van harmonie weer. De techniek
die gebruikt werd voor het stabiel branden van de vlam
en de aanpassing ervan aan de omgeving, bereikten een
nieuw technisch niveau. Het onderzoek, het ontwerp
en de productie van de fakkel van de Beijing Olympische
Spelen gebeurde in China. Het Chinese Olympische Comité (BOCOG)
bezit de rechten op het intellectueel bezit ervan.
Onder het concept van de Groene Olympische Spelen
was milieubescherming een wezenlijk onderdeel van de
voorwaarden die door het BOCOG aan de ontwerpfirma’s
werd gesteld. De brandstof, propaan, is goedkoop en
wordt veel gebruikt. Ze is samengesteld uit stikstof
en waterstof. Na de verbranding blijven enkel stikstofdioxide
en water over wat elk risico op vervuiling uitsluit.
In augustus 2005 stelde het BOCOG het ontwerpconcept
en de voorwaarden voor de fakkel op. Vier maanden later
had het BOCOG in totaal 388 ontwerpen ontvangen uit
de design sector. Tussen juni en augustus 2006 koos
het Comité de ontwerper van de fakkel en deze
van het brandersysteem. In januari 2007 werd de fakkel
van de 2008 Beijing Olympische Spelen door het Internationaal
Olympisch Comité goedgekeurd.
|
Bekijk
ook de fakkels
van de Olympische Winterspelen
Credit:
IOC/Olympic Museum Collections
|
|