Olympische
posters
vanaf 1896
Een
Olympische poster maakt reclame voor een bepaalde editie van de
Olympische Spelen. Langzaamaan wordt het een beeld of symbool
van die editie van de Spelen. De poster wordt gewoonlijk gekozen
door het Organiserend Comité.
De
eerste moderne Spelen werden in Athene in 1896 gehouden. Er werd
geen officiële Olympische poster gemaakt voor de promotie
van deze Spelen. Het was pas vanaf de 1912 Spelen in Stockholm
dat een officiële poster voorzien en gedrukt werd.
Sinds
1912 zijn de gaststeden verantwoordelijk voor het organiseren
van de promotie en de reclame van elke editie van de Spelen. In
1924 werden de eerste Olympische Winterspelen gehouden. Sindsdien
werd een officiële Olympische poster gemaakt voor zowel de
Zomer- als de Winterspelen.
Selectieproces
Voor
het maken van een officiële Olympische poster schrijft het
Organiserend Comité van elke editie van de Spelen meestal
een wedstrijd uit. Deze wedstrijd kan toegankelijk zijn voor iedereen,
voor kunstenaars van het gastland of enkel voor bepaalde, door
het Organiserend Comité, vooraf gekozen kunstenaars. De
poster die de wedstrijd wint, wordt de officiële poster van
de Spelen. De ontwerper ervan ziet meteen zijn werk verspreid
over gans de wereld.
Soms
kan het voorkomen dat een posterontwerp zichzelf opdringt. Dit
was bijvoorbeeld zo in 1920 toen het ontwerp van de officiële
poster overgenomen werd van de voorzijde van een boek met de titel
"Zullen we de VIIde Olympiade in Antwerpen hebben in 1920?".
Het boek was in 1914 gedrukt. Het ontwerp werd gekozen omdat het
al sterk verbonden was met de gaststad van de Spelen.
Voor
de 1952 Helsinki Spelen werd het ontwerp dat gekozen was voor
de afgelaste Spelen van 1940 terug opgevist.
Kunstenaars
die hun ontwerpen voor de officiële Olympische poster willen
indienen, krijgen vaak strikte richtlijnen voor de inhoud van
de poster. De ontwerper heeft daarom niet altijd een volledige
artistieke vrijheid en moet zich vaak aanpassen aan een bepaald
beeld van de Spelen. Dit betekent natuurlijk niet dat het eindresultaat
geen kunstzinnige verdienste heeft.
Bron:
IOC
|