De meest volledig
informatiegids over Athene, Griekenland
Oude Agora
Zuidwest zijde
Het Nymphaeum
Tussen de Agii Apostoli (Kerk van de Heilige Apostelen) en de Zuidoost Tempel is nog altijd een deel van de fontein van het Nymphaeum te zien. Het was een grote half cirkelvormige fontein naar het noorden in de richting van de Panatheense Weg.
De bouw ervan begon onder het bewind van Hadrianus en werd rond 140 AD onder Antonius Pius afgewerkt. De fontein werd gebouwd over de resten van de Munt die voordien op dezelfde plaats stond. Later werd de fontein vervangen door de Byzantijnse kerk van de Heilige Apostelen.
De muren van de fontein hadden nissen die versierd waren met beelden van de Antonine keizerlijke familie. Het lagere deel bestond uit waterbekkens, vijvers en bronnen die gevoerd werden door de Hadriaanse stadsaquaduct.
De Munt
De resten van een groot, bijna vierkant, gebied (29m bij 27 m), gekend als de Munt van Athene en daterend van 400 VC, liggen tussen de Zuidoost Fontein en de Panatheense Weg.
Enkel het noordelijke deel van het gebouw dat hoofdzakelijk gebruikt werd als een open binnenhof, is nu nog te zien. Het zuidelijke deel werd in ca. 150 AD eerst door het Nymphaeum en veel later, ca 1000 AD, door de Byzantijnse Agii Apostoli (Heilige Apostelen) kerk bedekt.
De belangrijkste productieruimte bestond uit een grote kamer in de zuidwestelijke hoek waar zich de metaalovens en waterbekkens bevonden. Twee kleine kamers in de zuidoostelijke hoek dienden als opslagruimte of als kantoren voor de opzichter van de beheerders van de Munt. Naast munten werden ook andere metalen voorwerpen in de Munt gemaakt.
De Zuidwest Tempel
Bovenop de resten van de Munt werd in de eerste eeuw VC een kleine prostyle tempel gebouwd. Bij de bouw van de gevel ervan werden acht colonnes van de klassieke Tempel van Athena in Sounio opnieuw gebruikt.
In de cella (de belangrijkste kamer) werden opeengestapelde stenen gevonden die de basis vormden voor een beeld alsook stukken van een vrouwelijk Kariatide-achtig beeld, maar dubbel zo groot. Deze tempel wordt traditioneel door de opgravers “Zuidoost” genoemd omdat de vooropgestelde verering ervan aan de godin Athena niet aangetoond kan worden.
Het Eleusinion
Ten oosten van de Panatheense Weg bevinden zich de resten van het Eleusinion “en astei” (in de stad), gelijkaardig aan het Heiligdom van Demeter en Kore in Eleusis. Het gebied wordt omlijnd door een rechthoekig voorterrein waar in het midden ervan de fundamenten van een vrij grote (11 m bij 17,70 m) tempel bewaard bleven.
De hoofdingang lag aan de zuidzijde. Een kleine kamer (het heiligdom der heiligen) aan de noordzijde diende als bewaarplaats voor de heilige voorwerpen die tijdens de vieringen van de Grote Eleusinische Mysteriën van het Eleusis Heiligdom naar het Eleusinion in Athene werden overgebracht.
Deze tempel, daterend van 490 VC, verving een oudere van het einde van de 6de eeuw VC. Langs de lange zijde ( 15 m bij 2 m), ten oosten van de tempel, stonden de zogenaamde “attic stalae”, stenen of houten platen die meestal hoger waren dan hun breedte en die opgezet waren voor een begrafenis op een herdenking. Op een van deze “stelae” stond een lijst van de eigendommen van Alcibiades en anderen die in 415 VC verkocht waren na hun betrokkenheid in de verminking van de Herms en het belachelijk maken van de Eleusinische Mysteriën.
In de tweede helft van de 4de eeuw VC werd de oude ingang van het heiligdom vervangen door een monumentale propylon. In ongeveer het midden van de 2de eeuw werd het heiligdom naar het zuiden toe uitgebreid met de bouw van een klein portiek in Dorische stijl. Enkel de fundamenten ervan bleven behouden. Het heiligdom werd helemaal verwoest tijdens de inval van de Herulen in 267 AD.
De Eleusinische Mysteriën
De Eleusinische Mysteriën, de jaarlijkse vieringen ter ere van Demeter en Persephone, waren de eerste zuiver mystieke en belangrijkste uitdrukking van religieuze aanbidding in het oude Griekenland. De Grote Eleusinische Mysteriën vonden plaats in September (Boedromion) trerwijl de Kleine Mysteriën in maart (Athesterion) gehouden werden, beide in de Tempel van Demeter en Kore in Ilissos.
Diegenen die ingewijd waren of werden, hielden zich aan een zwijgplicht aangaande de godsdienstpraktijken. Daarom is er weinig over gekend. Er staat wat informatie in de werken van Aeschylus, Sophocles, Herodotus, Aristophanes, Plutarch en Pausanias die allen ingewijd waren.
De Grote Eleusinische Mysteriën vieringen duurden negen dagen. De eerste dag ging een processie van Eleusis naar het Eleusinion in de Oude Agora. Tijdens de volgende dagen maakten “dingen getoond’, “dingen gezegd” en “dingen gedaan” deel uit van de viering.
De belangrijkste ceremonie vond plaats in het Telesterion van Eleusis. De Mysteriën hadden een chthonic (van of verbonden met de onderwereld) karakter met een eschatologische (verbonden met de dood en het einde van de wereld) inhoud. De vieringen vonden plaats tot de vroege jaren van het Christendom and aangenomen wordt dat ze de Christelijke religieuze praktijken beïnvloed hebben.