De meest volledig
informatiegids over Athene, Griekenland
De Oude Agora
Zuidwest zijde
De Tholos
Het grote ronde Tholos gebouw (buitendiameter 18,33 m) ligt ten zuiden van de Metroon. De Tholos werd ca; 470-460 VC gebouwd. Het was hier dat de Prytaneis woonden, de groep van 500 raadsleden die altijd ter beschikking waren voor openbare zaken. De sleutel van de tempel en de officiële maten en gewichten werden ook in dit gebouw bewaard.
Onder de ruïnes van de Tholos werden private woningen gevonden. De ingang van de Tholos was aan de oostzijde. Binnen ondersteunden zes Ionische colonnes een conisch gevormd dak en er stond een altaar in het midden van de vloer. Het gebouw werd tijdens de Romeinse periode gerenoveerd. Er werd een Ionische propylon (ingang) toegevoegd en de binnenruimtes werden voorzien van een stenen vloer. Delen hiervan zijn nu nog steeds te zien.
Het Stratigeion
Er werd een groot trapezevorming gebouw ontdekt ten zuidoosten van de Tholos. Het bestond uit een centraal gelegen openlucht atrium (binnentuin) waarrond zich verschillende kamer(kamers) bevonden. Het gebouw dateert van de 5de eeuw VC maar werd in goede staat gehouden. Het was waarschijnlijk het hoofdkwartier van de tien generaals van Athene.
Het zuidwestelijk waterhuis
In de zuidwestelijke hoek van de Oude Agora, naast het Heliaia (gerechtsgebouw), zijn de ruïnes te zien van een groot waterhuis. Het wordt gewoonlijk het zuidwestelijk waterhuis genoemd omdat de oude naam niet gekend is.
Het waterhuis werd ca 350-325 VC gebouwd en het was mogelijk het mooiste van alle waterhuizen van de stad. Een vierkante binnenplaats in de noordwestelijke hoek boodt(bood), via een prostyle (portiek), toegang tot een meer dan 100m³ grote waterbak in de vorm van een L.
De Heliaia
In de noordwestelijke hoek van de Oude Agora warden de funderingen ontdekt van een vierkant gebouw. Het zijn waarschijnlijk deze van de Heliaia, het belangrijkste gerechtsgebouw in Athene. Het oorspronkelijke grondplan dateert uit de 6de eeuw VC. Het was een vierkante openlucht binnentuin (25,5 m x 31 m) met een omheining.
Door de tijd heen onderging het gebouw verschillende wijzigingen. De belangrijkste kan gedateerd worden van het midden van de 2de eeuw VC toen een binnen prostyle en een dak aan het gebouw werden toegevoegd.
De Zuid Stoa
De Zuid Stoa van de Oude Agora wordt afgelijnd door een langwerpig Dorisch portiek gekend als de Zuid Stoa. De eerste Zuid Stoa werd gebouwd ca 430-420 VC. Het gebouw had een colonnade op twee etages binnen en 16 kamers achterin. Slechts een deel van de funderingen zijn nu nog zichtbaar in het driehoekig gebied ten westen van het zuidwestelijk waterhuis.
Het was een openbaar handelscentrum alsook de hoofdzetel van de “metronomi”, de ambtenaren die verantwoordelijk waren voor het overzicht op het handelsleven en het toezien op het gebruik van de officiële maten en gewichten.
In ca. 150 VC werd de eerste Stoa afgebroken en vervangen door de tweede Stoa. Deze werd in een iets andere richting gebouwd en op een veel lager niveau dan de oudere Stoa. Het was eveneens een groot Dorische portiek maar met slechts één colonnade en geen kamers achterin. Het gebouw behield haar functie als handelscentrum.
De Odeion van Agrippa
De ruïnes van de Odeion van Agrippa bevinden zich achter de kolossale stenen reuzen die het centrum van Het Oude Agora plein overzien. Het was een hoog gebouw, het meest indrukwekkende Romeinse bouwwerk in de Agora dat geschonken werd door Marcus Vipsanius Agrippa. Het werd in 15 VC gebouwd langs de noordelijke gevel van de Midden Stoa voor het geven van concerten en organiseren van evenementen.
Het auditorium was één grote ruimte (25 m breed) zonder binnenondersteuningen met ongeveer 1.000 zitplaatsen. De halfcirkelvormige orkestbak was gevloerd met dunnen marmeren tegels uit verschillende kleuren. De lage gevel van de “skene” (podium) was versierd met marmeren beelden, de meeste afbeeldingen van Hermes.
De oost-, west- en noordzijde van het gebouw werd omgeven door een portico met twee etages. Het gebouw had een ingang gelijk met de begane grond aan de noordzijde en een, omwille van het terras van de Midden Stoa, hoger gelegen ingang aan de zuidzijde.
Het volledig ontbreken van ondersteuningen binnen, een in die tijd gedurfde architecturale uitvoering, is mogelijk verantwoordelijk voor het instorten van het dak in het midden van de 2de eeuw AD. Het Odeion van Agrippa werd in ca 170 AD hersteld maar het onderging meteen een aantal veranderingen, inclusief haar functie.
Ter gelegenheid van deze veranderingen werden zes kolossale beelden van reuzen met slangenstaarten en beelden van Tritions met vissenstaarten toegevoegd aan de noordelijke voorgevel. Slechts drie van de zes bleven bewaard. De capaciteit van het Odeion van Agrippa werd met de helft teruggebracht omwille van de plaatsingen van een dwars muur nodig voor de stabiliteit van het gebouw. In deze nieuwe fase van haar bestaan diende het Odeion van de Oude Agora enkel als ontmoetingsplaats voor filosofen en voor filosofische toespraken omdat Athene in ca 160 AD een nieuw Odeion had gekregen, dat van Herodes Attikus.
Het Odeion van Agrippa ging in 267 AD in de vlammen op en een groot deel van het bouwmateriaal werd gebruikt bij de bouw van de Late Romeinse Muur van Athene. Vier kolossale figuren werden toegevoegd aan de voorgevel van het gymnasium dat na 400 AD op dezelfde plaats gebouwd was. Dit gebouw werd later herbouwd waarna het diende als verblijfplaats van de gouverneur, dit tot de eerste helft van de 6de eeuw toen het leeg kwam te staan.